“Mag ik €10 euro van u lenen? Ik heb al 2 weken gedoe met mijn bewindvoerder. Mijn persoonlijk begeleider komt morgen langs en dan krijg ik weer €20 voor boodschappen. Dan geef ik meteen €10 aan u terug. Ik vraag dit niet graag aan u….”
Mijn overbuurman belde aan met deze vraag. Hij woont tegenover ons in een huis met (op dit moment) 3 andere volwassenen. Dagelijks is het een komen en gaan van verschillende begeleiders. Een jaar terug werden we als buurtbewoners voor de opening van de ‘woonvorm’ uitgenodigd door Stichting onder Dak. Maar onze overburen woonden er al 3 jaar.
Een aantal van hen maakt graag een praatje en groet altijd. Zoals de overbuurman die geld van me wilde lenen. Hij was al twee keer eerder aan de bel geweest. Om een telefoonoplader te lenen. Hij bracht deze vervolgens keurig terug. Dus ik was in dubio toen hij mij met de geld-leen-vraag confronteerde. Zo gingen mijn gedachten ongeveer:
- Geld lenen aan een overbuurman die ik amper ken? Die een bewindvoerder heeft? Niet zo verstandig toch? Dat gaat vast op aan drank en/of drugs.
- Wat een (voor)oordelen heb ik toch… Ik hoef eigenlijk helemaal niet te weten waarvoor hij dit geld nodig heeft en waaraan hij het gaat uitgeven. Dat zijn mijn zaken niet.
- Ik vind hem aardig, hij vraagt het beleefd en hij heeft mijn vertrouwen tot nu toe niet beschaamt.
- Het is maar een tientje. Als ik dat niet terug krijg is er geen man overboord.
Ik besloot ter plekke hem het geld te lenen. Ik zei erbij dat dit eenmalig was. Hij was zichtbaar opgelucht en zei dat hij het geld morgen (vrijdag) terug zou geven.
De dag erna zag ik een begeleider op ons huis afstuiven. Ik liet haar binnen. Ze had nog net niet het waarschuwende vingertje omhoog gestoken, maar haar lichaamstaal en haar woorden hadden een overduidelijke boodschap: ik was naïef en dom geweest. Deze jongeman (en al zijn medebewoners) was verslaafd en had geen enkele toegang tot contant geld. Van het weinige geld dat hij tot zijn beschikking had deed hij samen met haar boodschappen. Dus nee, ik kon fluiten naar mijn geld.
Ik voelde me behoorlijk overrompeld door haar optreden. Op haar vraag welk ‘lul-verhaal’ de overbuurman mij had opgehangen, kon ik nog net uitbrengen dat hij keurig en beleefd om het geld had gevraagd. Zonder een zielig ‘lul-verhaal’ op te hangen. En dat hij tot nu toe betrouwbaar was naar mij.
Pas later, toen zij weg was, sudderde haar negatieve energie nog na. Waar ik ook wel weer begrip voor op kon brengen. Want in tegenstelling tot mij, zit zij in een cliënt-begeleider rol. En de overbuurman had niks tegen haar verteld van zijn geld-leen-vraag aan mij. Dat had ze van een huisgenoot moeten horen….
Later die vrijdagmiddag kwam de overbuurman weer aan de bel. Mijn man maakte open. “Wilt u tegen uw vrouw zeggen dat ze maandag het geld terug krijgt.”
En inderdaad, maandag stond hij aan de bel. Met een tientje.
Ik zal maar niet aan de begeleiding vertellen dat ik een tijdje geleden een andere overbuurman naar mijn wekelijkse yogales had meegenomen. Omdat hij dat vroeg. En ik dat wel leuk vond. En het werd de meest leuke en hilarische yogales die ik ooit heb meegemaakt ;-)).
Categorieën:Blog