Ik verslond het (geleende bieb)boek ´Dubbelganger, een reis naar de spiegelwereld´ van Naomi Klein in 3 dagen: wat een interessant boek! Ook keek ik de uitzending van VPRO Tegenlicht ´Naomi Klein en de ruk naar rechts´ direct na het uitlezen terug. Voor wie het niet gelezen heeft: het boek bestaat uit een inleiding, 4 delen en een epiloog en heeft 473 pagina´s:
- Deel 1: een dubbelleven.
- Deel 2: Spiegelwereld.
- Deel 3: Schaduwlanden.
- Deel 4: De realiteit onder ogen.
In deze recensie (1001 managementboeken.nl, van Elly Stroo Cloeck) krijg je een goed idee van het boek:
¨Enerzijds schrijft Naomi weer over de schaduwkanten van het kapitalisme, zoals in No Logo en De shockdoctrine, en over klimaatverandering, zoals in No Time en Brand. Herkenbare standpunten, waarom ze bekend staat. Anderzijds gaat het over haar man Avi, over haar autistische zoon, over haar Joods-zijn. En over haarzelf, haar ego en natuurlijk haar relatie met haar dubbelganger ‘Andere Naomi’. Die combi maakt het een boeiend, dubbeldik boek met best veel zijpaden en een vrij korte afronding.¨
Aan het einde van deel 3 stopte ik -tijdens het lezen- briefjes in het boek op bladzijden die ik terug wilde lezen: in het hoofdstuk 13 ´De nazi in de spiegel´ (over antisemitisme en kolonialisme), hoofdstuk 14 ´Ontzelven´ (deel 4) en het epiloog.
Hoofdstuk 13 gaat over collectieve trauma´s, waarbij de slachtoffers van gisteren de bezettingsmacht worden van vandaag. Naomi Klein zet uiteen hoe op Hebreeuwse scholen leerlingen werden uitgenodigd zo woedend en verontwaardigd mogelijk te zijn over dat wat hun voorouders was aangedaan, alsof het henzelf was aangedaan, en vervolgens om die gemoedstoestand vast te houden. Er werd ruimte gemaakt voor de oppervlakkige emoties, afschuw over de gruweldaden, woede op de nazi´s, een zucht naar wraak. Maar niet voor de meer complexe en verstorende emoties van schuld en schaamte. Noch voor reflectie op de plicht die de overlevenden van de genocide zouden kunnen hebben om zich te kanten tegen genocidale logica in al haar vormen. Het mantra ´nooit meer tegen de Joden, nooit meer dankzij Israël´ overheerste. Het betekende ´nooit meer, omdat wij, die voor eeuwig werden achtervolgd, nu een eigen dubbelganger hebben. Een dubbelganger die zich tot de tanden toe heeft bewapend´. Thuis leerde Naomi (gelukkig) een andere versie van ´nooit meer´: namelijk dat het een opdracht was, een heilige plicht, om te verzetten tegen haat en discriminatie in al hun gedaanten, ongeacht het doelwit: ´nooit meer tegen wie dan ook´.
Haar boek verscheen op 12 september 2023, voordat de genocide op de Gazaanse Palestijnen plaatsvond. Maar voor Naomi Klein was Israël -naast een plek- altijd al een waarschuwing: het waarschuwt hoe gevaarlijk het is om een groepsidentiteit op te trekken rond ´wij´ en ´zij´. En het waarschuwt hoe gevaarlijk het is om een identiteit op te bouwen op basis van hertraumatisering en te verzuimen om de confrontatie aan te gaan met collectieve rouw. We moeten stoppen met de verheerlijking van ons ego, is haar oproep.
Naomi Klein hekelt in het laatste hoofdstuk (15: ontzelven) ons huidige kapitalistische systeem, wat onze onverschillige, competitieve eigenschappen versterkt en ons op elk betekenisvol gebied in de steek laat. Ze pleit dan ook -net als in andere boeken van haar hand- voor betere structuren.
¨Wat we nodig hebben, zijn systemen die de betere versies en eigenschappen van ons versterken, de versies die zich naar buiten toe willen richten en de herstelwerkzaamheden van deze wereld in crisis willen aanpakken. Systemen die het op allerlei grote en kleine manieren makkelijker maken voor betrokkenheid om de strijd met onverschilligheid te winnen.¨
Hieronder mijn arceringen (letterlijk overgenomen uit haar boek).
Hoofdstuk 13 ´De nazi in de spiegel´
- Antisemitismeonderzoekers herleiden de jodenhaat tot de oudheid, meer bepaald tot de hellenistische wrevel over de zelfverkozen afzondering van de Joden en de veronderstelde ingekeerdheid van hun ´clan´. Pas in de christelijke wereld werd de Jodenhaat onontkoombaar. Het Nieuwe Testament biedt een krachtige kosmologie van dubbelgangers: God-Duivel, Christus-Antichrist, engelen-demonen, hemel-hel. Doordat de Joden in het evangelie met de Duivel worden geassocieerd, werden Joden en christenen van meet af aan in één adem genoemd, waarbij de Joden telkens weer werden voorgesteld als de demonische dubbelgangers van de trouwe volgelingen van Christus. Niet alleen verzuimden wij de ware Messias te herkennen toen wij de kans hadden, maar bovendien krijgen we altijd en eeuwig de schuld voor de dood van Jezus in de schoenen geschoven. Dit verhaal effende de weg voor eeuwen smaad en laster.
- Veel van die belasteringen betreffen weerzinwekkende beweringen over Joden die christelijke kinderen kidnappen om hun bloed te kunnen gebruiken tijdens geheime rituelen. Het waren aantijgingen die dienstdeden als voorwendselen voor het anti-Joodse straatgeweld door de massa. In Poolse kathedralen kun je nog altijd fresco´s zien waarop groepjes Joden zich buigen over plompe, geperforeerde baby´s. Deze oude vorm van Jodenhaat bereikte een toppunt in 1492, tijdens de reconquista van Spanje en de verdrijving van de daar woonachtige joden en moslims. Die volgde op tal van bloedbaden, Jodenverbrandingen en massale gedwongen dopen tot het katholicisme (wat overigens niet verhinderde dat velen van hen tijdens de inquista als ´cryptojoden´ werden ontmaskerd). In reactie op de verdrijving van 1492 kregen veel joodse en islamitische vluchtelingen -toenmalige bondgenoten- toegang tot het Ottomaanse Rijk.
- Deze gewelduitbarsting markeerde niet de eerste keer dat de ene groep mensen de andere afslachtte in een strijd om de grond en hulpbronnen. Maar dit was wel de periode, zo betogen Sven Lindqvist en Raoul Peck, waarin de impuls ontstond, die zich in de daaropvolgende eeuwen keer op keer zou manifesteren, tot het ´uitroeien die beesten´ in naam van de beschaving, de vooruitgang en niet te vergeten de godsvrucht. Misschien was het niet toevallig dat 1492 ook het jaar was waarin de schepen van Christoffel Columbus de Atlantische Oceaan overstaken, waarmee de globalisering van deze instrumenten van devote vernietiging haar aanvang nam.
- De associatie van de Joden met het satanisme bood gedurende de middeleeuwen en later de rechtvaardiging om Joden als tweederangsburgers te behandelen, hen bijeen te drijven in getto´s en hun het recht te ontzeggen om landbouwgrond te bezitten of een rol te spelen in belangrijke handelsstromen. En dus verdienden Joden hun geld als straatverkopers, kooplui en ook als geldschieters. Dat laatste beroep werd voor hen opengesteld aangezien dat de christelijke elite de mogelijkheid gaf enige afstand te bewaren tot deze goddeloze activiteit. Begin achttiende eeuw ontwikkelden de kleine geldschieters zich tot grotere banken. Het was deze ontwikkeling -die dus zelf aan het antisemitisme was ontsproten- die de modernere en nog altijd bestaande vormen van anitisemitisme zou schragen. Denk aan het antisemitisme waarin de figuur van de inhalige Joodse bankier verantwoordelijk wordt gehouden voor alle rampspoed en narigheid van de gewone, hardwerkende mens -en die binnen een internationale samenzwering met andere intrigerende Joden snode plannen smeedt om nog veel ergere dingen uit te halen.
- Van de Illuminati tot De protocollen van de wijzen van Zion, en van de bankiersfamilie van de Rothschilds tot de filantropische activiteiten van George Soros, waren Joden telkens opnieuw zowel het onderwerp als het mikpunt van de hardnekkigste complottheorieën van de afgelopen tweeënhalve eeuw.
- Overigens betekent dit nog niet dat de Joodse intellectuelen van deze roerige tijd het ook maar enigszins eens werden over wat er gedaan moest worden aan het zo hardnekkige antisemitisme.
- Hoewel van alle stromingen een aantal leden in leven bleven, wist maar één oplossing voort de Joodse kwestie zichzelf tussen de smeulende puinhopen zelfverzekerd als dé oplossing presenteren: het zionisme. Israël als het thuis van de Joden, als een land dat kan worden bewapend en beschermd tegen alle mogelijke dreigingen, diende zich aan als de enige overgebleven optie. De enige optie die niet was verpletterd door een van de totalitaire vormen.
- In de zeer concrete strijd die vervolgens ontstond over grond en grenzen, verdwenen veel van de vroegere debatten dan ook compleet uit zicht. In het jonge land, en al helemaal na de Zesdaagse Oorlog van 1967 en de aanhoudende bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, werd het antisemitisme niet meer behandeld als een vraagstuk waarop historisch doordachte antwoorden moesten worden geformuleerd, maar juist als iets eeuwigs, als iets wat apart van de geschiedenis bestond. In deze pessimistische voorstelling van zaken werd de Jodenhaat voorgesteld als zo krachtig en diepgeworteld in het collectieve onderbewustzijn van de mensheid dat elke poging om hem te bestrijden door middel van universele principes van algemene gelijkheid of door de krachten te bundelen met de vele andere groepen mensen die in de naam van raciale of religieuze zuiverheid en/of superioriteit werden geterroriseerd en afgeslacht, door Israëlische leiders en veel Joden op belangrijke posten niet alleen als naïef, maar ook als ronduit gevaarlijk werden beschouwd.
- Dat wat het zionisme bood, nadat zijn ideologische concurrenten danig waren verzwakt, was simpel. Het zou het antisemitisme niet verslaan door de diepe oorzaken ervan weg te nemen, maar het zou daarentegen een pistool tegen zijn slaap houden en zo tot onderwerping dwingen. Geconfronteerd met de rondspokende Shylock, de eeuwige Jood die de schaduwdubbelganger is van alle Joden, reageerde Israël met een eigen dubbelganger: de zongebruinde, gespierde, landhongerige en met een machinegeweer uitgeruste Nieuwe Jood -het bevrijde alter ego van de bleke, studieuze, melancholieke Oude Jood.
- Net zoals de Oude Joden tegen wil en dank verstrikt waren geraakt in een broedertwist met Europese christenen en werden afgeschilderd als duivels waarop al het kwaad werd geprojecteerd, zo vereisten ook de Nieuwe Joden hun eigen antizelf. Die rol vervulden de Palestijnen, een locus van constante dreiging zowel binnen als aan de grenzen van Israël.
- Net als op zoveel scholen werden ook op mijn Hebreeuwse dagschool in Montreal de feiten van de nazigenocide erin gehamerd alsof het de tafels van vermenigvuldiging waren: de aantallen doden, de krankzinnige martelmethoden, de gaskamers, de zo hardvochtig bevochten grenzen. Nu ik hierop terugkijk als de ouder van een kind dat ouder is dan toen ik was, valt me op wat er ontbrak aan deze merkwaardig mechanische navertellingen. Er werd ruimte gemaakt voor de oppervlakkige emoties, afschuw over de gruweldaden, woede op de nazi´s, een zucht naar wraak. Maar niet voor de meer complexe en verstorende emoties van schuld en schaamte. Noch voor reflectie op de plicht die de overlevenden van de genocide zouden kunnen hebben om zich te kanten tegen genocidale logica in al haar vormen. Wat mij frappeert, is dat we nooit echt rouwden en dat we er nooit toe werden aangespoord om onze woede om te zetten in een middel tot solidariteit.
- Vele jaren later zei mijn vriendin Cecilie Suraskay, destijds een van de leiders van Jewish Voice for Peace, over deze onderwijsmethoden: ´Het is hertraumatisering, geen herinneren. Daar zit een verschil tussen.´ Toen ze dat zei, besefte ik dat het waar is. Wanneer we ons iets herinneren, zetten we de versplinterde delen van onszelf weer in elkaar (re-member-ing); het is een zoektocht naar heelheid. In het ideale geval stelt het ons in staat te veranderen via het verdriet en het verlies. Hertraumatisering doet echter iets anders: dat bevriest ons in onze versplinterde staat. Het is een praktijk van rituele re-enscenering dat is ontworpen om het verlies zo vers en pijnlijk mogelijk te houden. Tijdens deze lessen werd ons niet gevraagd om in onszelf te kijken naar datgene wat in staat zou kunnen zijn anderen groot leed toe te brengen en vervolgens te ontdekken hoe we daar weerstand aan konden bieden. Daarentegen werden we ertoe uitgenodigd zo woedend en verontwaardigd mogelijk te zijn over dat wat onze voorouders was aangedaan, alsof het ons was aangedaan -en vervolgens om die gemoedstoestand vast te houden.
- De reden voor dit bevriezingskenmerk van ons onderwijs was, besef ik nu, dat de Holocaust een plotonderdeel was binnen een groter, al geschreven verhaal dat ons niet alleen werd verteld, maar waarbinnen we ook gevangen zaten: een ´feniks verrijst uit de as´-verhaal, dat zijn aanvang neemt in de gaskamers van het door de nazi´s bezette Europa en eindigt op de heuvels van Jeruzalem. De uitzonderingen daargelaten,die er absoluut ook waren, was het doel van dit onderwijs niet om ons te transformeren in mensen die zich met hand en tand zouden verzetten tegen de volgende genocide, waar die ook zou plaatsvinden. Nee, het doel was om ons te transformeren tot zionisten.
- Zoals dat ging in vele linkse Joodse gezinnen, leerde ik thuis een andere versie van ´nooit meer´. Namelijk dat het een opdracht was, een heilige plicht, om te verzetten tegen haat en discriminatie in al hun gedaanten, ongeacht het doelwit. Op die school betekende het ´nooit meer´ niet het ´nooit meer tegen wie dan ook´ wat het betekende bij ons thuis. Nee, het betekende ´nooit meer tegen de Joden´. Het betekende ´nooit meer dankzij Israël´. Het betekende ´nooit meer, omdat wij, die voor eeuwig werden achtervolgd door Shylock, nu onze eigen dubbelganger hebben. Een dubbelganger die zich tot de tanden toe heeft bewapend´.
- Israël groeide uit tot een dubbelganger van het koloniale project, of meer specifiek van datgene wat ook wel het vestigingskolonialisme wordt genoemd.
- Toch vertoonde deze dubbelgangersversie van het vestigingskolonialisme ook specifiek eigen kenmerken. Een daarvan was timing. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond in het Mondiale Zuiden de ene na de andere antikoloniale beweging die het koloniale bewind afwees en het recht op nationale zelfbeschikking eiste. In de naoorlogse jaren riepen tal van voormalige koloniën in het gebied waar de staat Israël zou ontstaan hun onafhankelijkheid uit: de Fransen zagen zich gedwongen in 1946 het Frans mandaat voor Syrië en Libanon op te geven en hun troepen terug te trekken. In datzelfde jaar werd Jordanië onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. Ook de Egyptenaren verzetten zich openlijk tegen de aanhoudende aanwezigheid van de Britten. Israël, dat in 1948 een staat werd, was zowel een product van deze krachten, als een frappante uitzondering daarop. Onder verwijzing naar de bevolkingsminderheid van Joden, die altijd al in Palestina had gewoond, stelden de zionisten hun beweging voor als van nationale bevrijding: net als de andere onderdrukte volkeren zouden de Joden een eigen Staat krijgen. Maar vanuit het perspectief van de veel grotere bevolkingsgroep van de Palestijnen, die uit hun huizen, dorpen en van hun grond werden verdreven om plaats te maken voor deze gloednieuwe staat, was Israël natuurlijk absoluut geen antikoloniaal project. Integendeel zelfs, het was een kolonie die zich vestigde terwijl de wereldwijde trend de andere kant op ging. Dit moest wel ontploffingsgevaar opleveren.
- Er was ook een ander verschil tussen het Israëlische vestigingskolonialisme en de voorgangers ervan. terwijl de Europese machten koloniseerden vanuit een krachtige positie en een van God gegeven superioriteit claimden, was de aanspraak die de zionisten na de Holocaust op Palestina maakten gebaseerd op het tegenovergestelde: op het slachtofferschap en de kwetsbaarheid van de Joden. Het argument dat veel zionisten destijds tussen de regels aanvoerden, was dat de Joden het recht hadden verdiend op een uitzondering van de dekoloniale consensus; een recht dat ontsprong aan de recente poging tot uitroeiing die maar net niet was geslaagd. De zionisten zeiden tegen het Westen: ´Aangezien jullie je rijken en koloniale staten hebben gesticht door middel van etnische zuivering, bloedbaden en landjepik, zou het discriminatie zijn om te zeggen dat wij dat niet mogen doen. Aangezien jullie je grondgebied, of het grondgebied van je koloniën, hebben vrijgemaakt van oorspronkelijke bewoners, zou het antisemitisch zijn om ons die mogelijkheid te ontzeggen.´ Het was alsof het streven naar gelijkheid niet werd voorgesteld als het recht om vrij te zijn van discriminatie, maar werd geherdefinieerd als het recht te discrimineren. Het kolonialisme werd voorgesteld als genoegdoening voor genocide.
- Hoe verleidelijk het ook is, je kunt het Israëlisch-Palestijns conflict niet afdoen als een verwarrend etnisch conflict tussen twee starre, onverzoenlijke semitische broedervolkeren. Het is daarentegen het laatste hoofdstuk in het verhaal van de totstandbrenging van de moderne wereld, een wereld die nu in brand staat. Een wereld die uit de brand is geboren. Dit is het verhaal van ons allemaal, waar we ook leven. Het verhaal begon in de opmaat tot de inquisitie, met de verbrandingen , martelingen en tenslotte de verdrijving van de moslims en de Joden; het ging verder met de gewelddadige verovering van de beide Amerika´s en de plundering en roof van de hulpbronnen en arbeidskracht van Afrika om daarmee de koloniën te voeden; het haalde in de koloniale tijd ook Azië overhoop, om vervolgens terug te keren naar Europa, waar Hitler alle methoden die tijdens deze eerdere hoofdstukken waren beproefd -´wetenschappelijk´ racisme, concentratiekampen, de genocide aan de opschuivende grens -toepaste binnen zijn Endlösung.
- Maar daar eindigt het verhaal niet. Want de geallieerden, die het uiteindelijk welletjes vonden en Hitler een halt toeriepen, wilden hun grenzen niet openstellen voor de overlevende slachtoffers. In plaats daarvan dumpten ze hun Joodse probleem, met inbegrip van de collectieve schuld en schaamte over de Holocaust, op het bordje van de Arabische wereld: ´Hier, voor jullie´.
- Wie zich verhoudt tot de vorm van zionisme die in 1948 de staat Israël stichtte, moet accepteren dat een volk, net als een individu, tegelijkertijd dader en slachtoffer kan zijn, tegelijkertijd getraumatiseerd en getraumatiseerde. De moderne geschiedenis is voor een groot deel het verhaal van collectieve trauma´s die ruimtelijk als schaakstukken van menselijke ellende over de wereld worden verplaatst en waarbij de slachtoffers van gisteren de bezettingsmacht worden van vandaag. Het verhaal waarin wij gevangen zitten is niet het verhaal van een volk, of van twee volkeren, of van tweelingen. Het is een verhaal over een logica, dé logica die al zo lang op onze wereld heeft huisgehouden.
- Voor mij was Israël naast een plek ook altijd een waarschuwing. Het land is een waarschuwing hoe gevaarlijk het is om een identiteit op te bouwen op basis van hertraumatisering en te verzuimen om de confrontatie aan te gaan met onze collectieve rouw; het waarschuwt hoe gevaarlijk het is om een groepsidentiteit op te trekken rond ´wij´ en ´zij´; het waarschuwt voor wat er kan gebeuren als een ooit levendig debat plaatsmaakt voor taaluitingen die met argusogen in de gaten worden gehouden.
Hoofdstuk 15: Ontzelven
- Sally Weintrobe, een psychoanalyticus die zich heeft toegelegd op de klimaatcrisis, schrijft: ´ Ik geloof dat het uitgangspunt voor het opbouwen van een meer zorgzame, betrokken samenleving is dat we nooit mogen vergeten dat betrokkenheid en onverschilligheid inherente kenmerken van ons allemaal zijn, dat elk van beide tot uiting wil worden gebracht en de ander wil overheersen.´ Met andere woorden, wij allemaal (en niet alleen de kwaadaardige anderen) zijn verwikkeld in een continue strijd tussen ons dit-en-dat-zijn. Het probleem is dat we leven in een samenleving die onze onverschillige eigenschappen aanmoedigt en beloont, terwijl het ons moeilijk wordt gemaakt om betekenisvol betrokken te zijn bij anderen buiten (en vaak ook binnen) onze familie. Dat betekent, zo betoogt Weintrobe, dat als we willen dat mensen betere keuzes maken -en dus niet hun soelaas zoeken in winkelen en het kopen van nutteloze spullen, geen desinformatie verspreiden om extra clicks en clout binnen te slepen, en niet de kwetsbaarheid en behoeftigheid van anderen zien als in de eerste plaats een bedreiging voor hun eigen belangen- we betere structuren en systemen nodig hebben.
- Het zal niemand verbazen dat ik dit in hoge mate aan het kapitalisme wijt: het kapitalistische systeem versterkt onze onverschillige, competitieve eigen schappen en laat ons op elk betekenisvol gebied in de steek. Wat we nodig hebben, zijn systemen die de betere versies en eigenschappen van ons versterken, de versies die zich naar buiten toe willen richten en de herstelwerkzaamheden van deze wereld in crisis willen aanpakken. Systemen die het op allerlei grote en kleine manieren makkelijker maken voor betrokkenheid om de strijd met onverschilligheid te winnen.
Epiloog: wie is de dubbelganger?
- Als deze me iets geleerd heeft, dan is het dat identiteit niet gefixeerd of onveranderlijk is. Niet de mijne. Niet die van (Naomi) Wolf. Niet eens de grens tussen onze beide identiteiten. Identiteiten zijn fluïde, ze verschuiven en verdubbelen zich constant. het omgaan met die verdubbeling -tussen onze jongere en oudere zelven, tussen de publieke persoon en de privépersoon die we zijn, tussen onze levende en stervende zelven- maakt deel uit van het mens-zijn. Maar een belangrijker onderdeel van mens-zijn, en zeker ook van het leiden van een goed leven, gaat niet over de manier waarop we onszelf vormgeven op die verstuivende zandgronden van het zelf. Het gaat om wat we samen tot stand brengen.
Categorieën:Boeken, Palestina, samenvatting, Veranderen
