De kracht van kwetsbaarheid (Brené Brown)

Lees hieronder de samenvatting van het boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ van Brené Brown of mijn blog.

Bezield leven (inleiding)

  1. Liefde en het gevoel erbij te horen zijn basisbehoeften voor zowel man, vrouw en kind. Wij zijn gemaakt voor verbondenheid: dat is wat ons leven richting en zin geeft. Als het ons ontbreekt aan liefde en verbondenheid, als we het gevoel hebben er niet bij te horen, dan lijden we daar altijd onder.
  2. Als je de door Brown geïnterviewde mannen en vrouwen verdeelt in twee groepen – degenen die een diep gevoel van liefde en verbondenheid ervaren en degenen die hiermee worstelen – is er slechts één variabele die de twee groepen van elkaar scheidt: degenen die liefde geven, liefde ontvangen en verbondenheid ervaren zijn er gewoonweg van overtuigd dat ze liefde en verbondenheid waard zijn. Ze hebben geen beter of gemakkelijker leven, ze worstelen niet minder met verslaving of depressie, en ze hebben niet minder traumatische gebeurtenissen, faillissementen of scheidingen meegemaakt, maar hebben te midden van al deze problemen manieren van doen ontwikkeld die hen in staat stellen vast te houden aan de overtuiging dat ze liefde en verbondenheid en zelfs geluk waard zijn.
  3. Een sterke overtuiging dat we de moeite waard zijn ontstaat niet vanzelf, maar die moeten we ontwikkelen. En dat kunnen we doen door bepaalde keuzes te maken en te beseffen dat we daar dag in dag uit aan moeten werken.
  4. Bezielde mensen streven er bovenal naar een leven te leiden dat wordt gekenmerkt door moed, compassie en verbondenheid.
  5. Bezielde mensen beschouwen kwetsbaarheid als katalysator voor moed, compassie en verbondenheid. De bereidheid om zich kwetsbaar op te stellen, bleek zelfs de allerbelangrijkste eigenschap te zijn die alle mannen en vrouwen (die Brown als bezield beschouwt) met elkaar gemeen hebben. Ze schrijven alles – van succes in hun werk en huwelijk tot hun  mooiste momenten als ouders – toe aan hun vermogen zich kwetsbaar op te stellen.

Definitie van liefde (hoofdstuk 3):

We geven liefde de kans om te groeien wanneer we onszelf ten diepste laten zien en kennen, met al onze kwetsbare en krachtige kanten, en wanneer we de spirituele verbondenheid die daaruit voortkomt bekronen met respect, vertrouwen, vriendelijkheid en genegenheid.

Liefde is niet iets wat we geven of krijgen, maar iets dat we koesteren en aankweken, een verbondenheid die alleen kan groeien tussen twee mensen wanneer de basis daarvoor in hen allebei aanwezig is. We kunnen niet meer van anderen houden dan van onszelf.

Schaamte, verwijten, gebrek aan respect, verraad en het onthouden van genegenheid beschadigen de wortels waaruit liefde groeit. Liefde kan dergelijke beschadigingen alleen overleven als ze zelden voorkomen en worden erkend en hersteld.

Hoe we ons wapenen tegen kwetsbaarheid met 8 schilden (hoofdstuk 4)

1. Wantrouwen tegenover geluk: het in gedachten afspelen van tragedies (doemscenario’s) op geluksmomenten.

Met dankbaarheid als tegengif: geluksmomenten of ongemakkelijke siddering van kwetsbaarheid zien als geheugensteuntje.

2. Perfectionisme: is uitputtend. Het is een toneelstuk waar geen einde aan komt.

Met zelfcompassie als tegengif: het is belangrijk om te bedenken dat een goed gevoel van eigenwaarde (een diepgewortelde overtuiging dat we genoeg zijn) pas ontstaat als we ons levensverhaal omarmen. In plaats van ons uit te sloven om door anderen te worden goedgekeurd.

3. Zelfverdoving: spanningen en schaamte kunnen ervoor zorgen dat we vrezen de regie over ons leven kwijt te raken en niet meer opgewassen zijn tegen de steeds zwaardere eisen die aan ons worden gesteld. Zelfverdoving is de manier om scherpe randjes weg te nemen van ons gevoel van instabiliteit en tekortschieten. In het extreemste geval is er sprake van een psychologisch isolement: het gevoel dat de mogelijkheid tot menselijke verbondenheid voor je afgesloten is en je niet in staat bent iets aan de situatie te veranderen.

Met het stellen van grenzen, veranderen van je gedrag en zorgen voor jezelf als tegengif.

4. Strijder of slachtoffer: Brown interviewde mensen die in alle eerlijkheid over hun problemen spraken, maar i.p.v. dit gedrag en de negatieve gevolgen daarvan te zien als het gevolg van hun strijder-slachtofferwereldbeeld, zagen ze het als bewijs voor de gedachte dat het leven nu eenmaal hard is en alleen winnaars en verliezers kent.

Met het veranderen van je definitie van succes en het zoeken naar steun als tegengif: hulp van een professional, iemand die verstand heeft van trauma’s en lotgenotengroepen. Om te leren je weer kwetsbaar op te stellen en te beseffen dat dat niet in één keer klaar is, maar dagelijks oefening vraagt.

5. Schijnwerpertactiek: wanneer we kwetsbare verhalen, vooral waarin schaamte een rol speelt, delen met iemand waarmee we niet verbonden zijn leidt dat vaak tot een emotionele (en soms ook lichamelijke) schrikreactie. Alsof we de ander plotseling in het licht van de schijnwerper zetten. Als iemand dat bij ons doet, dan slaan we de handen voor ’t gezicht en kijken we de andere kant op. We voelen ons uitgeput, verward en soms zelfs gemanipuleerd. Zelfs mensen die onderzoek doen naar empathie en anderen empatische vaardigheden aanleren, zijn zelden in staat open te blijven staan voor de ander als deze teveel met hen deelt en de onderlinge verbondenheid te zwaar belast.

Met het onderzoeken van je bedoelingen en het stellen van grenzen als tegengif: soms zijn we ons er niet eens van bewust dat we dit teveel met anderen delen gebruiken als schild tegen kwetsbaarheid. Zelfcompassie is in dit geval essentieel. Het is belangrijk om het onszelf niet kwalijk te nemen en vriendelijk te zijn tegenover onszelf als we te snel teveel delen met anderen, en ook wanneer we het gevoel hebben dat we niet genoeg ruimte hadden voor iemand die de schijnwerpers op ons richtte.

6. Snelkraaktactiek: je vernielt sociale grenzen van anderen met intieme informatie en grist vervolgens snel zoveel mogelijk energie en aandacht mee. Het gaat om aandacht vragend gedrag met een behoefte aan bevestiging (net als bij schild 5), maar het is geen oprechte kwetsbaarheid.

Met het onderzoeken van je bedoelingen als tegengif: probeer ik een bepaalde persoon te raken, te kwetsen, of te bereiken en is dit de juiste manier om dat te doen?

7. Zigzaggen: energieverslindende manier om kwetsbaarheid proberen te ontwijken. Het proberen een situatie onder controle te houden, ontduiken, negeren of zelfs bagatelliseren (verstoppen, doen alsof, uitstellen, vermijden, rationaliseren, schuld op anderen schuiven, liegen).

Met opletten, kalm blijven, koers houden, ademhalen en humor als tegengif.

8. Hatelijkheid, cynisme, kritiek en onverschilligheid: als het ons niets meer kan schelen wat anderen van ons vinden, verliezen we ons vermogen tot verbondenheid. Maar als we ons teveel aantrekken van wat anderen van ons vinden, verliezen we onze bereidheid ons kwetsbaar op te stellen. Brown’s regel is “besteed alleen aandacht aan kritiek van mensen die zelf ook in de arena staan”.

Met het leren van koorddansen en het creëren van een vangnet als tegengif: waarbij schaamtebestendigheid de stok is die ons in evenwicht houdt en de paar mensen in ons leven die ons helpen kritiek en het cynisme in het juiste perspectief te zien, ons vangnet zijn.

Gapanalyse (hoofdstuk 5)

Tien vragen voor als je meer wil weten over cultuur waarden en normen van een groep, gezin of organisatie:

  1. Welk gedrag wordt beloond of gestraft?
  2. Waaraan en hoe besteden mensen hun middelen (tijd, aandacht en geld)?
  3. Welke regels en normen worden nageleefd, gehandhaafd en genegeerd?
  4. Voelen mensen zich veilig en gesteund? Durven zij vrijuit te praten over hoe ze zich voelen en te vragen om datgene waar ze behoefte aan hebben?
  5. Wat zijn de heilige huisjes? Wie schopt er als eerste tegenaan? Wie zet ze weer overeind?
  6. Welke verhalen zijn legendarisch en welke waarden spreken hieruit?
  7. Wat gebeurt er wanneer iemand faalt, teleurstelt of een vergissing begaat?
  8. Hoe wordt er tegen kwetsbaarheid (en de bijbehorende onzekerheid, risico’s en emotionele blootstellingen) aan gekeken?
  9. In welke mate spelen schaamte en onderlinge verwijten een rol en waaruit blijkt dat?
  10. Is er ruimte voor ongemakkelijke gevoelens? Worden ongemakkelijke gevoelens genormaliseerd of worden deze genormaliseerd of wordt er hard aan gewerkt om deze te vermijden (en zo ja,hoe)?

Deze vragen brengen de kloof tussen wat we zeggen en doen naar boven evenals de duistere zaken in ons leven zoals gebrek aan verbondenheid, gebrek aan betrokkenheid en gebrek aan een goed gevoel van eigenwaarde.

Ontwrichtende betrokkenheid (hoofdstuk 6)

Schaamte kweekt angst. Daardoor durven we ons niet meer kwetsbaar op te stellen en dat is funest voor betrokkenheid, innovatie, creativiteit, productiviteit en vertrouwen. Als je mensen op een directe een eerlijke manier laat weten dat ongemakkelijke gevoelens normaal zijn, dan neemt dat spanning, angst en schaamte weg.  Brown noemt dit “aan dezelfde kant van de tafel zitten”. Wanneer ben je er aan toe om feedback te geven:

  1. Als ik bereid ben naast (i.p.v.) tegenover je te gaan zitten.
  2. Als ik bereid ben om het probleem voor ons neer te leggen i.p.v. tussen ons in (of het naar jou te schuiven).
  3. Als ik bereid ben om te luisteren, vragen te stellen en te accepteren dat ik het probleem mogelijk niet helemaal doorzie.
  4. Als ik ook oog heb voor wat je goed doet en niet alleen voor je fouten.
  5. Als ik je sterke punten zie en hoe je die kunt gebruiken om je zwakke punten aan te pakken.
  6. Als ik je kan aanspreken op je gedrag zonder je schaamte of schuldgevoelens te bezorgen.
  7. Als ik verantwoordelijkheid wil nemen voor mijn eigen aandeel.
  8. Als ik je oprecht kan bedanken voor je inspanningen i.p.v je aan te vallen op je tekortkomingen.
  9. Als ik met je kan praten over hoe het oplossen van dit probleemkansen biedt om te groeien.
  10. Als ikzelf de kwetsbare openstelling en openheid kan laten zien die ik van jou verwacht.

Bijvoorbeeld: “Bedankt voor je inbreng. Die is erg waardevol, want……. Maar er is een probleem dat je groei in de weg staat en ik denk dat we daar samen iets aan kunnen doen. Hoe denk je dat je zelf daar verder mee kunt komen? Welke rol speel ik volgens jou in het probleem? Wat kan ik anders doen om jou te ondersteunen?”.

Criteria voor het wel/niet delen van verhalen en kwetsbaarheden (hoofdstuk 4)

Brown hanteert de volgende criteria:

  1. Ik vertel verhalen pas en kwetsbaarheden deel ik pas met publiek nadat ik ze samen met de mensen van wie ik hou verwerkt heb. Ik stel duidelijke grenzen aan wat ik wel en niet met anderen deel en probeer me altijd bewust te zijn van mijn bedoelingen.
  2. Je eigen verhalen met anderen delen om de ander iets te leren of een proces vooruit te helpen, kan gezond en effectief zijn, maar persoonlijke verhalen vertellen om je problemen te verwerken is ongepast en onethisch.
  3. Ik deel iets alleen met anderen als ik daarmee geen onvervulde behoeften van mezelf probeer te vervullen. Ik ben er stellig van overtuigd dat een kwetsbare opstelling tegenover een groter publiek alleen een goed idee is als ik dat doe vanuit de bedoeling andere iets te geven, en niet vanuit de verwachting iets van anderen te krijgen.