‘Verborgen wijsheid, leer de taal van je onbewuste’, Erica Rijnsburger (2013)
H1 Inleiding bewustzijnsleer
- Wu wei als uitgangspunt: een taoïstisch spreekwoord zegt: de weg van de wijze is zonder inspanning. Ontwikkelen van inzicht is mogelijk door je te ontspannen, waar overigens niet mee bedoeld wordt: niets doen. Je leert je te ontspannen in elke situatie, terwijl je al die tijd volledig aanwezig blijft, ongeacht waar je bent en met wie en ongeacht wat er zich aandient. Wu wei gaat over het stoppen van manipulaties. Manipuleren lijkt een heftig woord, maar we doen het allemaal: situaties zo proberen te beïnvloeden of naar onze hand zetten, dat we de onderliggende gevoelens niet meer hoeven te voelen.
H2 De gelaagdheid van onze persoonlijkheid
- Zelfkennis, inzicht in je eigen ijsberg en een goede relatie met jezelf (jezelf waar laten zijn in wie je bent en wat je voelt) is essentieel voor wat je doet en met wie je leeft en werkt.
- Waarachtige relaties zijn mogelijk als we de blokkades opruimen die werkelijk lief hebben in de weg staan. Liefde die de ander werkelijk vrij laat zijn. Niet ‘jij doet iets voor mij en ik doe iets voor jou’. Met deze bondjes komen we makkelijk terecht in de drama driehoek (slachtoffer, redder, aanklager van Miller).
- De natuur is volmaakt. Onze eigen natuur is volmaakt. Dat is wat anders beweren dat de werkelijkheid volmaakt is zoals deze is. Wij kunnen wel de impact onderzoeken van die realiteit op onszelf zonder onze sensitiviteit te verliezen en zonder ons te verharden of zonder een zinloze discussie te starten (is het niet schandalig dat….).
- De opbouw van ons ego (2e laag, lopen we in ons ontwikkelproces het sterkst tegenaan) heeft een belangrijke functie (gehad) en is een noodzakelijke fase in onze ontwikkeling als mens. Ons ego wordt de eerste 25 jaar gecreëerd. Wanneer we volwassen zijn kunnen we dit laten smelten of kunnen we verharden en volharden. Met de opbouw van ons ego hebben we een muur gevormd en ons ego afgesneden van al te diepe pijn en angsten. Maar tegelijkertijd hebben we ons ook afgesneden van onze natuurlijke gevoeligheid en sensitiviteit. Liefde is een aanslag op ons ego, omdat deze laag uit onze persoonlijkheid gebouwd is op gebrek aan liefde. Alleen liefde doet ons ego smelten en alleen vanuit mildheid laten de diepere lagen van onze ego structuur zich aan ons zien.
- Zelfonderzoek: veranker jezelf in het nu door jezelf te gronden ( je bewust zijn van je lichaam en omgeving) en ga vanuit dat contact in jezelf op zoek naar waar het onrustig en gespannen is.
- De ‘waarom’ vraag onbeantwoord laten, betekent accepteren van wat is i.p.v. aanvechten wat er gebeurt. Overgave. Ratio kan al onze pijn nooit wegnemen. Het enige dat onze pijn kan laten smelten is onszelf ermee te verbinden, door met aandacht diep in de pijn door te dringen en te erkennen dat we pijn hebben. Door het toelaten van jouw persoonlijke waarheid kunnen vervolgens alle onderliggende en authentieke, oorspronkelijke kwaliteiten aan het licht komen.
H3 Het terugvinden van heelheid
- Twee thema’s zijn belangrijk in je ontwikkel pad:
- Aanwezig zijn in wat zich aandient en kunnen rusten in die aanwezigheid
- Omgaan met de beweeglijkheid van je geest, leren omgaan met afweerreacties en met de innerlijke commentator, de stemmetjes in jezelf die zeggen dat je iets moet doen of zijn, oftewel je superego.
- Kinderen zijn uitermate gevoelig en nemen uitermate zorgvuldig waar, juist omdat ze nog zo open zijn. Doordat het kind zich aanpast aan allerlei situaties (om liefde veilig te stellen en voor hem pijnlijke situaties te vermijden) raakt het verwijderd van zijn eigen natuurlijke aard. Het kind merkt vervolgens deze vervreemding van zichzelf en anderen niet op. Ondertussen begint het kind zich te realiseren: als ik onderdeel wil zijn van mijn familie, ras, land dan moet ik mijzelf opsplitsen in delen die passen binnen de kaders. Ik moet mijn heelheid opofferen.
- Pijn ontstaat elke keer als je niet gedragen weet in de bredere zin van het woord of als je jezelf onvoldoende weerspiegeld ziet door de ander (in eerste instantie je ouders). Als je niet weerspiegeld wordt, ga je denken, geloven en ervaren dat dat deel van jou er niet mag zijn en trek je het betreffende deel terug. Vervolgens kun je een groot deel van je leven bezig zijn om die weerspiegeling in de buitenwereld te zoeken.
- Zo gaan langzamerhand onderdelen van je natuurlijke, oorspronkelijke staat verloren voor het bewustzijn en voor je functioneren in de wereld. Die oorspronkelijke authentieke staat is overigens nog wel aanwezig, maar je hebt niet langer toegang tot het geheel. De onderdelen waarvan je bent afgesneden, ervaar je als leegte, als een gat. Zolang je niet in contact komt met de leegte in jezelf is het meestal lastig de liefde, de vrijheid die er wel is, zo diep te ervaren als je eigenlijk zou willen.
- Kinderen kunnen pijnlijke gevoelens die voortkomen uit een gebrek aan erkenning niet of moeilijk dragen. Ze hebben minder kracht en hun brein is nog niet zo ver ontwikkeld dat ze kunnen relativeren of zaken in een bepaald perspectief kunnen zien.
- Het ego ontwikkelde zich als tegenhanger van het gemis aan steun en bescherming die je nodig had om te groeien, te ontwikkelen en te overleven. Het ego zelf is niet problematisch, wel je identificatie ermee.
- Grootste uitdaging in ouderschap: ruimte maken om dat wat er bij je kind gebeurt te zien en te erkennen, ongeacht wat er in je eigen leven gebeurt.
- Veel trainingen en persoonlijke ontwikkeltrajecten zijn bezig met het ontwikkelen van je persoonlijkheid. Mensen die op een meer subtiele manier kijken, weten dat eigenwaarde niet het gevolg is van externe gebeurtenissen die goed gegaan zijn en de complimenten die je daarover kreeg. Zij hebben geleerd dat je eigenwaarde stijgt als je kunt leven en handelen naar je eigen principes en morele identiteit. Eigenwaarde is geen resultaat van wat dan ook. Eigenwaarde is.
- Proces van het terugvinden van je eigen heelheid:
- Bewustwording van onrust in jezelf, in je lichaam, gedachten, gevoelens of gedrag (= gewaarzijn)
- Onderzoeken van sensaties en bijbehorende gedachten en gevoelens, waarbij op een goede manier ademen en aanwezig zijn (mindful) een belangrijke rol spelen. Door onderzoek wordt je egostructuur zachter en begint langzaam maar zeker op te lossen. In dat smelten kom je in contact met de leegte die daaronder zit en met het tekort dat aan de basis ligt van je emoties, het gat dat ooit ontstaan is. Deze leegte is in eerste instantie de nog niet gevoelde oorspronkelijke kwaliteit die vervangen is door een onechte kwaliteit. Als je daar rustig doorheen ademt, als je dit helemaal doorvoelt, zak je als het ware dwars door de egostructuur heen en kom je bij rust en ruimte.
- Om de 2e stap goed te kunnen doen is het belangrijk om jezelf te containen in het dragen van emotie: het verdagen van de frustratie (omarmen).
- Blijf je bij het ervaren van rust en ruimte, dan kom je bijna automatisch terecht bij de oorspronkelijke kwaliteit. En tegelijkertijd met het waarnemen van die oorspronkelijkheid, kun je in jezelf gevoelens van authenticiteit, helderheid en waarachtigheid waarnemen.
- Kernproces van de bewustzijnsleer: door met aandacht te erkennen dat sommige situaties lastig voor je zijn en moeilijk te hanteren, dat deze situaties onrust in je genereren, door bewust te voelen waar die onrust zich in je lichaam bevindt, zul je merken dat je egostructuur rustiger wordt. Er hoeft immers minder ontkend te worden. Vervolgens zul je het bijbehorende ‘gat’ voelen dat plaats gemaakt heeft voor de innerlijke kracht die je door ervaringen teruggetrokken hebt, zwakte, beklemming, onmacht, passiviteit, etc. Door daar rustig doorheen te ademen, komt er ruimte om de essentiële kracht weer te voelen die eronder ligt. En je krijgt contact met het verlangen om die eigen innerlijke kracht weer volledig te kunnen gebruiken. Deze vorm van onderzoek leidt uiteindelijk niet alleen tot inzicht, waar veel benaderingen ophouden, maar ook tot wezenlijke integratie van de oorspronkelijke kwaliteiten (die nu zo vaak verborgen liggen).
- Authentieke kwaliteiten:
- Plato: 4e eeuw voor Chr.: pure ideeën of platonische gestalten.
- Socrates, socratisch gesprek: niemand kan je de kwaliteiten (eeuwige waarden, zoals moed, liefde, waarheid, compassie, intuïtie, dienstbaarheid, daadkracht etc.) aanleren. Je kunt deze alleen eigen maken door jezelf te her-inneren hoed de betreffende kwaliteit zich in jou manifesteert.
- Jung: gebruikt archetypen of oerbeelden die ons opgeslagen liggen in zijn therapie als beelden/manifestaties. De psychologie van Jung kan meer diepgang verschaffen als je de archetypen ook daadwerkelijk belichaamt of doorvoelt.
- Randvoorwaarden proces van zelfrealisatie en zelfontwikkeling:
- Drie basiskwaliteiten: aanwezigheid, compassie en nieuwsgierigheid.
- Actief gevoeld verlangen om je essentie terug te vinden en je te ontdoen van je aangepaste zelf.
- Het besef dat de moeilijkheden die je ervaart, voortkomen uit je eigen innerlijke conflicten. Als je gelooft dat al je problemen zullen oplossen als je meer geld, een leukere baan of gezin zou hebben, zul je de innerlijke rust en je eigen vitaliteit niet vinden.
- Het vermogen om (uiteindelijk) zonder veroordeling naar je ouders te kijken om de diepere lagen van je egostructuur op een zo open en respectvol mogelijke manier bloot te leggen. Door te veroordelen wat je ouders je ‘aangedaan’ hebben zet je alles weer vast en wil je toch iets in het hier en nu nog compenseren.
- Terugvinden van de essentie = the Work. In de bewustzijnsleer gaan krachtige psychologische technieken hand in hand met diverse oude technieken als meditatie en visualisatie oefeningen. Wijsheid vraagt van ons dat we de beelden over hoe iets hoort te zijn opgeven en dat we vrede sluiten met de dingen zoals ze zijn.
- Als het beweeglijke samenkomt met de leegte en de ruimte, dan begint diep van binnen een sprankeling en levendigheid voelbaar te worden. Je kunt daarbij gevoelens van extase ervaren, heel intense gevoelens van verrukking over alles om je heen. Het denken verdrinkt in de extase, net als bij een orgasme. Om te lerenlanger in verrukking te zijn/blijven, maakt de bewustzijnsleer gebruik van de Kath meditatie. Het ervaren van extase heeft vaak iets erotisch omdat je het zo sterk fysiek voelt.
- Kath-punt: 2 of 3 (denkbeeldige) vingers onder je navel en 2 vingers diep naar binnen. Aanwezigheid is in principe overal in je lichaam waarneembaar, maar het Kath punt is het gebied waar je als eerste de aanwezigheid kunt leren ervaren en beheersen.
- Kath-meditatie: oefening in concentratie op het centrum van substantieel voelbare aanwezigheid, het ontwikkelen van een buitengewoon subtiele geest en een gevoeligheid voor wat je zintuigen allemaal waar kunnen nemen. Meditatie doet je afzakken in de diepere lagen van de geest, waar de geest uiteindelijk minder beweeglijk is. Het superego verdwijnt wat meer naar de achtergrond.
- Als je re-ageert kun je niet volledig gewaar zijn. Een re-actie is verstoken van levendigheid en creativiteit en originaliteit, omdat de eruit voortvloeiende actie niet komt uit het huidige moment en niet gebaseerd is op een onbevooroordeelde kijk op het nu. Een re-actie is het resultaat van controle vanuit ons superego en is gebaseerd op oude ervaringen.
- Wanneer je je identificeert met een deel van je bewustzijn verlies je het contact met het geheel en zul je jezelf nooit anders leren kennen dan als een bepaalde vorm (fysiek, emotioneel, mentaal). Je maakt een inperking van jezelf (ik ben onafhankelijk, ik ben iemand die niet kan koken, etc).
- In contact zijn met aanwezigheid zelf. Aanwezigheid is waar te nemen in je bekkengebied en buikgebied (Kath meditatie).
- In contact zijn en compassie hebben, gelokaliseerd in het hartgebied. Het werkelijk kunnen containen van ervaringen:
- Spirituele/religieuze tradities: loslaten, leren toeschouwer te zijn in alles wat er gebeurt
- Psychologisch tradities: manifestaties verklaren, interpreteren en leren omgaan
- Bewustzijnsleer: vormen zijn vergankelijk en kostbaar genoeg om ze volledig door te laten dringen. Leef vol overgave. Als kind heb je geleerd om niet vol te leven, omdat het leven soms letterlijk te veel, te intens was. Wees de aanwezige die ziet en voelt. Jezelf raakbaar laten zijn. Je zegt volledig ‘ja’ tegen de realiteit die zich aandient.
- Nieuwsgierigheid, gelokaliseerd in het hoofd, het derde oog, staat voor helderheid. Nieuwsgierigheid maakt het proces lichter.
- Door in het heden te blijven ontdek je dat het heden afgedekt wordt door het verleden.
- Oude herinneringen en beelden komen naar boven.
- Je ontdekt hoe je superego werkt, hoe je vasthoudt aan bekende strategieën. Je leert hoe je je langzaam maar zeker over kunt geven aan het voorspelbare van het nu, aan het oncontroleerbare van de gebeurtenissen in hun huidige vorm.
- Je voelt hoe er steeds een beweging van buik naar hoofd plaatsvindt. Je brengt met evenveel aandacht als liefde en plezier je aandacht weer terug naar je buik.
- Zelfobservatie of zelfonderzoek helpt je met het doorgronden van wat er gebeurt op het veld van aanwezigheid. Het brengt het denken tot rust. Je leert:
- Je innerlijke observator te ontwikkelen die je het vermogen geeft om zonder moeite gevoelens, gedachten, gedrag te observeren en te weten wanneer iets je raakt. Je ontdekt welke patronen en superego stemmen steeds weer terugkomen.
- Meer lichaamsbewustzijn te ontwikkelen.
- Inquiry (Almaas): 15 minuten in een vraag duiken en benoemen wat er gebeurt in je lichaam, wat je voelt, waarneemt en je merkt op hoe je gevoelens veranderen door ze te erkennen.
- Korte stilte (5/10 minuten).
- Uitnodiging aan jezelf om aanwezig en nieuwsgierig te zijn.
- Formuleer je onderzoeksvraag zorgvuldig in het hier-en-nu.
- Anderen luisteren in stilte me.e
- En stellen ondersteunende vragen.
Blijf in je lichaam en oefen in niet-weten. De kracht van de methode zit in de herhaling van de vraag
H4 Omgaan met het superego
- Het superego is onderdeel van je onbewuste en maakt dat je je aan bepaalde regels houdt.
- Tegelijkertijd oordeelt het superego: het bekritiseert je (innerlijke criticus / rechter)
- Freud:
- Superego: streeft naar perfectie.
- Ego: streeft naar waarheid.
- Id: streeft naar genot.
- Als je netjes binnen de lijnen van het superego en zijn stemmen blijft is er niets aan de hand. De boodschappen zijn er wel maar ze roeren zich niet. De stemmen laten zich pas horen als jij je ontwikkelt en iets anders gaat doen dan dat je gewend bent om te doen. Je stapt dan uit je comfortzone.
- Vier soorten boodschappen:
- Straffende en onderdrukkende stemmen (ik moet).
- Pushende, aansporende stemmen (je weet dat je pas kan ontspannen als…).
- Relativerende stemmen (je gaat steeds minder voelen).
- Kleinerende stemmen (maken je klein).
- Denken dat een ander je veroordeelt is pijnlijk, maar nog altijd minder pijnlijk dan zelfveroordeling. Als de ander jou veroordeelt, kun je proberen de pijn weg te werken door in actie te komen om de goedkeuring weer terug te krijgen of de ander op zijn beurt te veroordelen. Je eigen (zelf) veroordelingen zijn minder makkelijk weg te werken.
- Superegostemmen verschijnen ook als positieve feedback. Een compliment voor jezelf kan heel makkelijk leiden tot het oppoetsen van je ego. Het gaat om stemmen die je aansporen om vooral zo door te gaan, on nu eindelijk iets te bereiken en tevreden te zijn. Er ontstaat dan vaak onrust. Je wilt steeds meer positieve boodschappen, waardoor je jezelf voorbij gaat rennen. Je moeheid niet meer voelt. De “niet genoeg stand”.
- Jung noemt het bewust worden van je superego en de projecties die daaruit voortkomen de ‘koninklijke weg’. Oplossing: vriendjes worden met je superego. Door: eindeloos waarnemen vanuit zelfbewustzijn, leren de reflex van je superego niet te volgen. Ontwikkelen van je eigen ego. Oriënteer je op de realiteit zoals deze zich aandient.
- Stappen ontmanteling superego:
- Herkennen.
- Reflecteren op de stem(men) en vraag je af ‘wat heeft aanleiding gegeven voor deze stem?’ Praat tegen je superego in termen van ‘iets in mij ervaart dit…..’.
- Disidentificeren: verdedigen tegen wees sterk: wees open, uit je behoefte of verlangen en kijk wat er kan.
- Doorgaan waar je mee bezig was. Het superego wil dingen graag behouden zoals ze zijn, want dan is het veilig.
- Fase 1: gewaarworden van het superego en je mentaal verdedigen.
- Fase 2: voelen en begrijpen waarom het super ego je aanvalt.
- Fase 3: herkennen en laten wegebben.
- Fase 4: het grotere plaatje.
- Vaststaande overtuigingen die je als leefregels bent gaan hanteren.: deze stemmen scheiden je af van je eigen verlangens, je persoonlijke groei en wezenlijke intimiteit en verbinding met anderen. Het zijn maskers.
H5 Omgaan met verlangens
- Elk mens verlangt ten diepste naar gehoord en gezien te worden. Pas in relatie met andere mensen zul je geborgenheid ervaren.
- Onder invloed van het superego worden verlangens dikwijls verhuld door negatief voelende emoties als angst, irritatie, boosheid, frustratie en schaamte. Wanneer je de fysieke, mentale en emotionele gewaarwordingen binnen laat komen, zonder ze te beïnvloeden of te onderdrukken en zonder je er tegen te beschermen, ontdek je wat eronder verborgen ligt.
- Lichaamsbewustzijn is een essentieel onderdeel van de bewustzijnsleer omdat je lichaam toegang biedt tot je onbewuste, waar de verborgen kennis over jezelf gevonden wordt.
- De bewustzijnsleer gaat ervan uit dat je op cognitief en emotioneel niveau veel over jezelf, je gedrag en je patronen kunt ontdekken en blootleggen, maar dat dat onvoldoende is voor diepere transformaties. Zonder bewustzijn van je lichaam en de signalen die het je geeft heb je geen toegang tot de diepere lagen van inzicht, omdat je inzichten te abstract blijven.
- Hoogleraar Ab Duiksterhuis in “Het slimme onbewuste”: het bewuste denken bepaalt niet wat we doen. Het onbewuste bepaalt ons handelen, het bewuste bedenkt achteraf redenen waarom dat de verstandigste keuze was. Pas door integratie op alle niveaus zullen je inzichten volledig zijn en de waarheid raken.
H6 Het lichaam als poort tot bewustzijn
- De verborgen wijsheid die in je onbewuste besloten ligt, is via 4 wegen toegankelijk, ook wel de 4 intelligenties genoemd, die ieder hun eigen waarde hebben:
- Mentale intelligentie: begrijpen, denken en analyseren.
- Emotionele intelligentie: voelen en toelaten van o.a. verdriet, angst, boosheid, blijheid en opwinding.
- Spirituele intelligentie: leven naar je waarden, contact maken met je missie, jezelf een (klein) onderdeel weten van een groter geheel. Zingeving komt voort uit het leven van je missie en het ervaren van je unieke meerwaarde. Veel mensen voelen het verlangen om anderen te helpen. In vormen die opkomen die je hebt gezien en meegekregen. Pas wanneer je in vrijheid contact kunt maken met alle mogelijke vormen zul je vanuit jezelf invulling kunnen geven aan je leven en hier zingeving aan kunnen verbinden.
- Fysieke intelligentie: het lichaam als toegang tot bewustzijn.
- Verlangens reflecteren het groeipotentieel van de 4 intelligenties. Lichaamsbewustzijn biedt je houvast wanneer je te maken krijgt met de dwang van overspoelende emoties en de listige superegostemmen in je hoofd.
- De amygdala koppelt informatie die afkomstig is van verschillende zintuigen aan emoties. Het registreert gezichtsuitdrukkingen, stemgeluid of geuren en koppelt die aan de bestaande opgeslagen beelden en gevoelens. Met name ervaringen aan het begin van je leven bepalen voor welke situaties, blikken, geluiden en gebeurtenissen de amygdala gevoelig wordt.
- Mensen zoeken vaak de oorzaak van lichamelijke klachten in een ziektebeeld. De klachten zijn echter symptoom, niet de oorzaak. De oorzaak ligt in het onderdrukken van de spanning die ontladen dient te worden.
- Een verplicht half uur per dag inbouwen is niet de oplossing. Je gaat dan aan het werk vanuit het idee dat je dit moet Voor al je plannen geldt: blijf mindful, blijf in het moment en ervaar wat nodig is, waar je behoefte aan hebt zonder dat je jezelf forceert tot bepaalde acties of gedrag.
- Doorzetten of positief denken kan leiden tot afdekking van gevoelens die je niet uitkomen. Op fysiek niveau onderzoek doen biedt je inzichten die de andere vormen van intelligentie op den duur doen toenemen. Je authenticiteit en bewustzijn vergroot waardoor je ook op emotioneel, mentaal en spiritueel gebied groeit. Door je lichamelijke gewaarwordingen toe te laten en te erkennen kun je emoties beter containen. Inzichten over jezelf en je patronen worden hierdoor op mentaal niveau beschikbaar. Je waarde en keuzen in het leven kun je baseren op de diepere waarheid die hieruit voortkomt.
- Om je bewustzijn te vergroten is het nodig dat je ook naar de stilste delen in jezelf kunt luisteren en daarvoor is aandacht onontbeerlijk. Bij zowel inquiry als meditatie en verbonden ademsessies worden de hypofyse en de epifyse (pijnappelklier) aangesproken. De hypofyse bevindt zich vlak achter de ogen en is het regelcentrum voor tal van hormonen die met onze stofwisseling te maken hebben. De epifyse bevindt zich iets boven de hypofyse en iets meer naar achter. Het wordt ook wel het 3e oog genoemd.
- In het kader van de ademhaling en lichamelijke gewaarwordingen is het van belang het superego de leiding uit handen te nemen. Het superego maakt het soms namelijk erg moeilijk om te luisteren naar je intuïtie en je innerlijke wijsheid. Niet alleen zijn de stemmen hard en dwingend, we hebben ook blinde vlekken als het om onze egostructuur gaat. Door je superego te onderzoeken kom je een heel eind in het doorgronden van je patronen en de valkuilen die je weg houden bij je authentieke kwaliteiten.
- Bevrijding begint met het onderkennen dat de waarheid zich niet laat vormen door gedachten, noch laat vinden door analyse. De waarheid is dat wat je ontdekt, onder de lagen van afweer, verharding, doelgerichtheid en wilskracht, als je ontspant en gewoon bent i.p.v. iets nastreeft.
- Door je lichaam te verkennen, mild te zijn naar wat je tegenkomt en waar te laten zijn wat je ervaart, ontdek je een vrijheid en een bron van informatie waar je in het drukke leven van alledag gemakkelijk aan voorbij gaat.
‘Non-duale wijsheid, jezelf en anderen coachen voorbij de grenzen van de psychologie’, Erica Rijnsburger (2016)
H1 Wat is bewustzijnscoaching?
- Bewustzijnscoaching wijst aannames (en de werking van het superego) niet af, maar ziet ze als uitingen van veelal onbewuste overlevingsmechanismen als gevolg van ondergane pijn en afwijzing. Hier wijkt Bewustzijnscoaching af van sommige tradities die de beelden of de manifestaties van het Bewustzijn afdoen als een illusie, als een onnodige beweging van het ego om zich te verdedigen. Bewustzijnscoaching accepteert alle uitingen, vormen, beelden en manifestaties van het Bewustzijn om drie redenen:
- Bewustzijn en uitingen van Bewustzijn zijn – net als de spiegel en het spiegelbeeld – onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze zijn in feite één en daarom in wezen niets anders dan Bewustzijn zelf.
- Alle uitingen van Bewustzijn zijn een unieke expressie van puur Bewustzijn in een individuele vorm en daarmee een waardevolle uitdrukking van het eeuwig voortgaande proces van schepping.
- Alle uitingen zijn de vormgegeven uitdrukking van vraagstukken en moeilijkheden die in ons Bewustzijn verschijnen met als doel ze te erkennen en onszelf erdoor te leren kennen. Als we ons verbinden met al deze uitingen i.p.v. ons ermee te identificeren, zijn we in staat onze essentie te herkennen en ons te realiseren dat we puur Bewustzijn zijn.
- Het gebeurt vaker dan we denken: spirituele leraren, therapeuten, psychologen en coaches die proberen een transformatie af te dwingen door een ‘aanval’ op de persoonlijkheid. Met als basisboodschap: je wordt een beter, gelukkiger en vrijer mens als je anders zou zijn dan je nu bent. Maar mensen raken door een aanval op hun persoonlijkheid alleen maar verder verwijderd van de essentiële kwaliteiten en veerkracht die onder de persoonlijkheidsstructuur verborgen zijn geraakt. Wat de persoonlijkheid echt nodig is, is zelfrealisatie.
- Als bewustzijnscoach ga je boven gekomen emoties niet verklaren en uitleggen. Wat we wel doen is erkennen en acceptatie uitstralen en de coachklant helpen met aanwezig zijn, zodat deze alle fysieke gevoelens en alle emoties in zichzelf kan dragen.
- De ego is niet fout, we kunnen leren het ego transparant en ondersteunend te maken aan het Bewustzijn.
- Binnen de bewustzijnsleer wordt gewerkt met een viertal perspectieven van waaruit we naar ervaringen van onszelf en anderen kunnen kijken en deze kunnen begrijpen (p29):
- Ontdekken van de persoonlijke geschiedenis (coachklant zit in wasmachine en wordt heen en weer gehusseld door gedachten en gevoelens).
- Disidentificeren van de persoonlijke geschiedenis, verdere verkenning van het ego en leren vergroten van het lichaamsbewustzijn (we onderzoeken hoe coachklant uit de wasmachine kan komen en die gevoelens en gedachten kan observeren en waarnemen). Doel van perspectief 1 en 2 is om wat losser te leren staan t.o.v. de eigen geschiedenis.
- Verruimder bewustzijn en toegang tot essentiële kwaliteiten (opgeven gehechtheid aan eigen verhaal door contact met aanwezigheid, compassie en nieuwsgierigheid, het leren dragen van alles om ons heen zonder directe en bijna automatische oordeelvorming, m.b.v. visualisaties, meditaties en inquiry).
- Direct weten, direct inzicht, verkenning van de vraag ‘wie ben ik’ en deconstructie van alle aannames die daarmee samenhangen (het ego heeft alle fixaties losgelaten, zonder morele oordelen in termen van goed of fout, m.b.v. koans, en-en uitgangspunt i.p.v. of-of).
H2 De vorming van onze persoonlijkheid
- Door onze geboorte en incarnatie komen we in de vorm. De gevoelens die eruit voortkomen leiden op hun beurt tot gevoelens en sensaties van tekort, onveiligheid, angst, eenzaamheid en ‘niet goed genoeg zijn’. Omdat we denken in termen van of-of -of we passen ons aan of we lopen risico onze plek in het grotere geheel kwijt te raken- en niet beter weten, nemen we de schuld van deze gevoelens op ons. Hoe onze reactie ook is (rebelleren, passief verzet), vanwege onze afhankelijkheidspositie (die onvermijdelijk gekoppeld is aan de machtspositie van ouders en opvoeders) denken we -voordat we deze gedragingen uiten- in eerste instantie dat er iets mis is met ons en/of de wereld om ons heen. We zijn verstrikt in de dualiteit omdat we diep van binnen het ene pertinent afwijzen en het andere nastreven, terwijl wij niet in de gaten hebben dat we zelf de illusie van afgescheidenheid in stand houden.
- Voorbeelden van eerste aannames:
- Ik heb geen enkele ruimte en moet me aanpassen om nog enig gevoel van ruimte te hebben.
- Ik word niet gezien en moet met prestaties ervoor zorgen dat ik wel gezien wordt.
- Ik kan niet zijn zoals ik ben en moet me aanpassen om te kunnen zijn wie ik ben.
- Er mankeert iets aan mij en ik moet proberen zo perfect mogelijk te zijn.
- Die eerste aanname noemen we ook wel het valse zelf. Dit valse zelf(beeld) is een reactie op gevoelend van verlies van eenheid. De grond van de eerste aanname is: ik ben niet compleet, er mankeert iets aan mij. In psychotherapeutische termen spreekt men van een negatieve kernovertuiging of negatief geloof. Dit omdat die overtuiging de kern gaat vormen van een cluster van aanverwante en zichzelf bevestigende negatieve aannames die een ondermijnend en saboterend effect hebben op onze vrije en authentieke ontplooiing. Het versluiert, vertekent en misvormt de manier waarop wij waarnemen en dientengevolge gaan handelen en strategieën ontwikkelen. Het verschil tussen psychotherapie en Bewustzijnscoaching is dat de psychotherapie deze negatieve kernovertuiging ziet als gevolg van de opvoeding en niet zozeer als een vals zelfbeeld dat -ongeacht de levenservaringen die eraan ten grondslag liggen- sowieso uitgedragen wordt. Bewustzijnscoaching ziet die overtuiging voortkomend uit het vergeten van onze ware aard en dat we kwijt zijn wie we in werkelijkheid zijn.
- Oefening ‘de val’: onderzoeken van je eerste aanname ofwel de inhoud ervan voor ‘waar’ aannemen. Door je te richten op het besef van machteloosheid (‘het is waar, ik ben alleen’) en wellicht een daar uit voortkomend gevoel van eenzaamheid (‘het is waar, ik ben eenzaam’) in plaats van je te richten op de talrijke gevoelens en emoties die ermee gepaard gaan, kan het verzet worden opgegeven. Op het moment dat verzet wordt opgegeven, transformeren gevoelens en emoties volledig. De ervaring van de val is de radicale overgang in de beleving van het valse zelfbeeld naar een moment van diepe rust en innerlijke vrede. Doe je de val met een coachklant dan stimuleer je hem om bij de ervaring van het vallen te blijven en vraag je hem om geen houvast te zoeken. De dualiteit is voor een moment opgeheven, het valse idee is doorzien, we zijn samengevallen met onszelf, met dat wat we ten diepste zijn: eenheid. Er gaat een ware worsteling va het ego aan vooraf: het ego wil die ene, lastige kant van de paradox niet voelen, erkennen, ondergaan of meemaken. Tijdens de val ervaren we het niet tegemoetkomen aan voor ons wezenlijke behoeften, maar ook de oorspronkelijke pijn van het niet gezien worden daarin en de terugtrekking als reactie daarop. We vallen uit de pseudogrond van het doorgaans verkrampte middenrif, in de dragende grond van aanwezigheid en heelheid, die in het bekken huist.
- Proces van terugtrekking (afgescheidenheid): zodra een baby begint te beseffen dat hij bestaat en voor zijn overleving de moeder nodig heeft voor voeding, verschoning en warmte (het leert dat alles wat het nodig heeft van buiten komt), maar ook voor het creëren van een ruimte waarin het kind zichzelf kan ontdekken (vermogen tot verbinding en op latere leeftijd om naar ‘het zelf’ te kunnen kijken).
- Drie overlevingsmechanismen uit limbisch systeem:
- Vechten.
- Vluchten.
- Bevriezen: verstarren / verstijven / apathisch.
- Taal (voortkomend uit nieuwe hersenen, minder gebruikt).
- Ouders brengen zichzelf heel vaak in als autoriteit, maar dwingen autoriteit af met straffen en belonen, met complimenten en afkeuringen. Of ouders geven dubbele signalen af, kinderen hebben daar een onfeilbare radar voor. Dat levert gevoelens op van schuld, verwarring of onbemind zijn. Gevoelens die uiteindelijk resulteren in de vorming van het superego met al zijn strategieën om te proberen van jou een goed mens te maken. We raken het contact met onze diepere aanwezigheid kwijt.
- Het superego is onze innerlijke criticus, ons aangeleerd geweten en een optelsom van alle boodschappen van ouders, leraren en speelkameraadjes tegen wie we ooit opzagen of waar we graag bij wilden horen. Het verschilt aanzienlijk van het authentiek, vrije innerlijk persoonlijke geweten. Dat laatste is een uiting van onze essentie (binnenste ring). Daaromheen ontstaat pantsering en verkramping (1e ring), daarna ons superego (2e ring) met diverse afweerreacties zoals vluchtgedrag, het niet serieus nemen van eigen gevoelens, pleasen, etc.. Daarna ontstaan de imago’s en maskers (3e ring).
- Mag ‘waar’ zijn wat waar is? Dat gaat niet over ‘accepteren’ (bv dat iemand slordig eet) of dingen niet doet en dat we dat maar moeten verdragen omdat dat de ‘realiteit’ is. Het gaat over het toelaten van machteloosheid en hulpeloosheid en de angst om imago’s aan diggelen te zien gaan.
- (H4) Dat wat zich teruggetrokken heeft beschermen we. We ontwikkelen een identiteit en daarbij behorend strategisch gedrag (bv. ons onttrekken aan een manager, je eigen gang gaan: dat is nodig om je autonomie te beschermen). We vinden een weg door braaf te zijn, ons best te doen, niet lastig te zijn en hard te werken. Met het meeste hiervan worden we ook nog eens behoorlijk succesvol. Maar ondanks deze waardering is de prijs hoog: een chronische ontkenning van de diep gevoelde behoefte om gezien en gewaardeerd te worden om wie we zijn en niet om wat we doen.
H3 Op weg naar eenheid
- Door de afgescheidenheid voelen we onszelf losstaan van alles en iedereen om ons heen en gaan we op zoek naar eenheid en vervulling. Maar de waarheid is: we zijn al thuis, we zijn nooit weggeweest. Verankerd zijn in het non-duaal bewustzijn houdt werkelijke en volledige vervulling in. Het is de volledige realisatie dat we ‘thuis’ zijn, in het hier en nu, in dit lichaam, op deze plek, en je hoeft nergens anders meer naar toe. Er is alleen nog wat er nu gebeurt. Gedachten en gevoelens komen en gaan. Ze zijn niet langer een ‘probleem’ want er is geen afgescheidenheid zelf meer die ze gebruikt om er een identiteit aan op te hangen. We ontdekken dat de tijdlijn verleden-heden-toekomst een verraderlijke illusie blijkt te zijn. Deze tijdlijn manifesteert zich als een spiraalbeweging, waarin hetzelfde zich steeds opnieuw voordoet, tenminste zolang wij gebeurtenissen en ervaringen in een vernauwd en verkrampt bewustzijn waarnemen. We leren dan helemaal niets van onze ervaringen en projecteren onze oude angsten en verlieservaringen keer op keer richting toekomst, als een oeverloze selffulfilling prophecy. Maar wanneer ons bewustzijn zich verdiept en verruimt, ervaren we ogenschijnlijk overeenkomstig of vergelijkbare gebeurtenissen elke keer vanuit een totaal andere betekenis en een andere context.
- Zodra het ego is vastgeplakt op een gedachte is er meteen dualiteit: er is het waarnemen en er is commentaar op dat wat waargenomen is. Vervolgens rijgt de ene gedachte zich aan de andere waardoor een verhaal ontstaat waar ogenschijnlijk een begin en een vervolg aan zit, een oorzaak en een gevolg.
- Met een inquiry zoeken we de boosheid op, we gaan de jaloezie ‘in’, we voelen wat de haat precies in ons lichaam doet. We dragen alles wat zich aandient in onszelf, handelen als dat nodig is en gaan merken dat dan pas de gedachten en gesponnen verhalen oplossen. Als we werkelijk door iets geraakt zijn of we ervaren heftige emoties als angst, jaloezie, agressie of haat, komen er al snel verklaringen voor wat ons precies irriteert of boos maakt. De emoties onder deze gedachten moeten eerst doorgrond worden willen we niet in cirkels blijven ronddraaien.
- We kunnen veel over de non-duale staat leren als we naar baby’s kijken. Baby’s voelen geen afgescheidenheid, maar ook geen verbondenheid. Er bestaat alleen wat er gebeurt. Er is (nog) geen ‘ik’ die een identiteit aan het bouwen is. Die identiteit wordt onze grond, onze stevigheid. Een stevigheid waaraan we ons vast kunnen houden. Maar door dat vasthouden verdicht onze persoonlijkheid zich, worden we heel serieus, compact en ‘zwaar’. Het is die zwaarte die we voelen als afzonderlijk, afgescheiden individu. Een individu dat vaak grote eenzaamheid kent of ansgstig is voor ziekte, ouderdom of de dood. Het is deze eenzaamheid of angst dien maakt dat we onze ervaringen weer proberen in een structuur te plaatsen, zodat het ‘ik’ zich weer veilig kan voelen.
- Het is een grote misvatting dat we in de non-duale staat niets eer zouden voelen. Het tegendeel is waar. Het gaat in feite om goed leren voelen in plaats je goed te voelen.
- Eenheidsaanwezigheid is vol en levendig en hier vanuit kunnen vervolgens iets doen of niet doen. Aanwezigheid ervaart alleen zichzelf. Vanuit die ervaring kan er mogelijkerwijs een beweging komen, maar dat hoeft niet. We weten dus niet welke vorm de hulp krijgt. Zodra we gaan helpen vanuit een bepaald kader, komen er agenda’s en plannen en subsidieaanvragen. Dan gaan we de wereld redden, Maar vanuit de non-duale staat van zijn komt onze hulp -als die komt- uit het niets tevoorschijn, zonder enige moeite.
- In aanwezigheid kunnen ervaringen stromen, is de ‘ik’ afwezig die probeert die ervaringen te beïnvloeden. Deze staat van zijn betekent niet dat we onze persoonlijkheid moeten opgeven. Het is meer dat gevoelens van afgescheidenheid wegvallen, vanzelf en moeiteloos, op het moment dat we onze onderlinge verbondenheid (h)erkennen. Zijn we in contact met de drie kwaliteiten aanwezigheid, compassie en nieuwsgierigheid dan kunnen we dragen waarin we zelf geraakt worden. Het maakt niet uit wat we doen of niet doen, omdat alles door ons heen gaat en gedaan wordt, zonder de bemoeienissen van onze persoonlijkheid. Maar tegelijkertijd functioneert de persoonlijkheid nog en kunnen vragen aan die persoonlijkheid gesteld worden, die vervolgens alle ruimte krijgt om zichzelf te zijn, zonder enig voorbehoud. Onze waarneming wordt helderder, zuiverder en ruimer. Het resultaat is dat door het pure waarnemen, je bewustzijn uitdijt en er een grote rust over je heen komt waarin alle neiging om iets aan ‘de situatie’ te doen, oplost. Niets hoeft veranderd te worden.
- “Kun je een collega in haar tempo en terughoudendheid laten? Of kun je ook met haar zijn?” Door deze vraag van haar coach (Alexander Zollner, non-duale Coaching, Art of Life) kwam de auteur erachter dat ze haar ‘laten’ eigenlijk bestaat uit ‘wachten tot het over is’. Een strategie van het ego om om te gaan met ja-maars. In wezen wil ik zo snel mogelijk af van de ja-maars en doorvaren op mijn eigen koers. Als ze dit verzet binnengaat komt ze erachter dat het de stilte is die ze niet wil binnengaan. Een stilte van stilstand en oponthoud. De staat van niet-creëren die voelt als leegte saaiheid, doods, ontdaan van elke sprankeling. De stilte van de verschrikking. Haar eerste impuls: “Ik moet hier weg”. Ze voelt dat ze het nodig heeft om zichzelf vast te klampen aan haar eigen koers zodat ze niet overspoeld raakt door het geweld om haar heen. Ze voelt de verharding in haarzelf, een afsluiting. Zodra het verzet wordt opgegeven komt een grote stilte omhoog. Niet aan doodse stilte, maar een stilte gevuld met compassie en ruimte. Haar borstkas gaat open. Als ze opnieuw naar de terughoudendheid kijkt van haar collega voelt ze alleen maar compassie en werkelijke ruimte voor haar terughoudendheid en wordt ze overvallen door een gevoel van dankbaarheid. Nu ziet ze ook de ervaringen waarin haar collega haar terughoudendheid opgaf voor haar. Ze kan vervolgens ervaren dat het niet uitmaakt of zij wel of niet terughoudend is en dat idd alles een uiting is van het non-duale veld, een vorm die tevoorschijn komt en weer voorbij weggaat.
- Hoewel het kunnen ervaren van rust een groot goed is, is het vast willen houden van diezelfde rust een manier van verdoving waarmee je het open tegemoet treden en kunnen ervaren en toelaten van alles wat zich nu aandient tegengaat.
- Meditaties zijn niet gericht op het laten voortbestaan van een bepaalde staat van zijn maar verwijzen naar de open ruimte die we in wezen zijn en laten je de veranderlijkheid ervan steeds opnieuw ervaren.
- Mediteren in het donker activeert de pijnappelklier (epifyse), aangeduid met het 7e chakra (kruinchakra). Een diepe rust is het resultaat.
- Als we in de buurt van anderen zijn is het veel lastiger om contact te houden met onze eigen aanwezigheid. Het superego en onze gewoontepatronen krijgen de kans om de situatie over te nemen. We schieten in projecties, reacties, oordelen en meningen.
- Leben vanuit non-dualiteit betekent niet langer onderscheid maken tussen goed en fout. Onze natuurlijke staat is eenheid en ontspanning. Onze tegennatuurlijke staat is verdeeldheid en spanning. Het superego vecht terug om je weer in het vertrouwde stramien te krijgen. Proberen controle te houden over de boodschappen van het superego of over je gedachten en emoties (boosheid, gulzigheid etc.) is een illusie.
- Door straffend en veroordelend te reageren op de gedachten van je kind ontstaat een ‘stoute denker’. Een ‘stoute’ gedachte komt voort uit een stoute denker en een stoute denker is niet goed en moet nadenken over zijn of haar gedachten, al dan niet op eigen kamer of op het strafplekje. Ondertussen gaat ons kind net als wijzelf ook ooit deden zichzelf proberen te hervormen door te denken “ik moet geen stoute gedachten hebben anders raak ik de liefde van papa en mama kwijt”.
H4 De coachhouding
- De houding die we als coach aannemen binnen Bewustzijnscoaching is de houding van verwondering, de houding van het ‘niet-weten’. Niet-weten is de staat van zijn die ons in contact brengt met hoe het nu werkelijk is. Onvoorwaardelijk loslaten van wat er gebeurt. Doen door niet te doen. Je laat elke vooringenomenheid varen en je laat ontvouwen wat zich aandient. Wanneer we dan naar binnen kijken is er doorgaans eerst verwarring. Als je onmiddellijk weet wat er in je omgaat heb je grote kans dat je niet met een gevoel maar met een gedachte te makken hebt. We ontdekken dat we veel en veel meer zijn op dat ene moment dan een enkele gedachte, emotie of sensatie. Di is de kern achter een van de meest radicale vormen van zelfonderzoek, de awareness Intensive. Deze retraite rekent radicaal af met elk concept dat door het ego bedacht is.
- Vier basisprincipes die je helpen gericht te kunnen zijn op je eigen aanwezigheid:
- In presence zijn.
- Empathie hebben.
- Affectieve bevestiging geven (gelijkwaardigheid is de basis van de coachrelatie, jij bent als coach net zo goed een mens en je neemt je eigen raakbaarheid mee in de relatie).
- Coachklant centraal stellen: we adviseren niet en reiken geen oplossingen aan en behoeden ons voor een mogelijke superieure houding dat wij zouden weten wat de ander zou moeten doen en laten en wat goed voor hem is.
- Vier kernwaarden van niet-weten:
- Helderheid van geest om essentie werkelijk te kunnen waarnemen – essentie in de zin van wie we werkelijk zijn.
- Moed om verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van ons eigen leven en om alle gevoelens die daarbij horen – de pijnlijke eenzame, maar ook de blije en vrolijke- te kunnen containen.
- Mededogen waarmee we compassie hebben om met onszelf en met anderen om ons heen en mededogen dat ons uitnodigt om steeds opnieuw te reflecteren.
- Wendbaarheid van onze geest waardoor we in onzekerheden durven te stappen en waarmee we onze stelligheden durven los te laten over wie en wat we zijn of wat we zouden moeten doen.
- Daarnaast speelt taal een belangrijke rol. Veel van onze taal is sluitende taal die leidt tot buitensluitende taal. Binnen de Bewustzijnsleer hanteren we ‘open taal’ en vragen onszelf en de ander “Hoe is het nu?”.
- Soefileraar Hafiz: The truth has shared so much of itself with methat I can no longer call myself a man, woman, an angel, or even a pure Soul.
- Oorsponkelijkheid en authenticiteit tonen zich daar waar conventies en vastgeroeste beelden worden doorbroken, waar we de controle durven te verliezen o ver wat we precies geloven en wie we precies zijn.
- Drie manieren van luisteren:
- Aangehaakte houding of positief luisteren: vijandig en broeierig.
- Afgehaakte houding of negatief luisteren: arrogant en rusteloos.
- Open , pure en gecenterde manier van luisteren: rechtop, kin iets naar onze borst, zachte ogen, onbeschermd, kwetsbaar en raakbaar.
- Luisterformule met je hart: WELKE
- Wat is er gebeurd?
- Emotie: wat voelde je toen?
- Lastigst: wat is het allerlastigst voor jou?
- Klim: klim weer in het zadel.
- Empathie: na afloop van een gesprek eerlijk zeggen wat je zelf voelde toen je naar de ander luisterde.
- Overdracht: van coachklant naar ander. We projecteren een oude situatie op een actuele situatie in het nu. Het is een inkleuring van onze waarneming, ‘zo ben ik nu eenmaal’.
- Tegenoverdracht: van coach naar coachklant, a.g.v. overdracht van de ander.
- Overdracht is niet goed of fout, het bestaat gewoon. De belangrijkste aandachtspunten:
- Alle ervaringen, gedachten en gevoelens van de coachklant zijn ‘waar’ op dat moment en moeten onderzocht worden.
- Als er misverstanden zijn over jouw rol, intentie, inbreng als coach – ook al bedoelde je iets anders dan de coachklant heeft begrepen- doet dit in eerste instantie niet ter zake. Sta aandachtig stil bij de pijn en schrik van de ander, wees werkelijk betrokken en oprecht luisterend.
- Blijf tijdens het onderzoek het geheel zien. Stel je onpartijdig op en erken. Draag je eigen geraaktheid. Ontwikkel het vermogen om je eigen behoefte even op te schorten.
- Als er misverstanden waren en de coachklant heeft dit kunnen onderzoeken en de veiligheid is hersteld, dan is er eventueel ruimte voor de waarheid van de coach. Belangrijk is wel hoe je jouw ‘waarheid’ brengt. Alleen als je het zo zuiver mogelijk kunt doen, is de hele situatie een leerervaring voor de coachklant omdat hij vergelijkbare ervaringenwaarschijnlijk ook buiten de sessies tegenkomt. Hij gaat gaandeweg inzien dat een relatie er juist sterker van wordt in plaats van verdwijnt (zoals vroeger toen hij niet mocht uiten wat hij zelf vond).
- Geef toe dat je niet alles goed kunt doen als coach. Om de coachklant te helpen de illusies van de positieve overdracht te doorbreken.
- Na deze stappen kun je terugkeren naar de overdracht en het onderzoek naar de overdracht. Waar heeft de waarheid van de ander mee te maken? Wat is de trigger geweest? Hoe komt het dat dit de ander zo raakt? Je gaat terug naar de oude situatie die op ‘jouw fout’ is geprojecteerd.
- Object gerelateerde vragen bij overdracht:
- Wat doet het met je als je ziet dat ik.
- Wat denk je dat ik bedoel?
- Je voelt je zweterig. Wat zou ik kunnen doen?
- Wat heb je nu van mij nodig?
- Wat zou je nu aan mij willen vragen?
- Wat zie je nu als je naar me kijkt?
- Wat voel je als ik…
- Overdracht is een ontwikkelproces naar meer authenticiteit en onafhankelijkheid en verloopt volgens een vast patroon:
- Positieve overdracht: de ideale, archetypische ouders worden geprojecteerd op de ander. Ontstaat uit een diep verlangen naar geborgenheid. De coachklant draagt al zijn verlangens naar een liefdevolle en begripvolle vader en/of moeder over op de coach en is bezig om dat ingevuld te krijgen.
- Negatieve overdracht: de slechte, veelal boze en straffende ouders worden geprojecteerd op de ander. Hoe we onze echte ouders ervaren hebben op momenten dat we bang of van slag waren en zij er niet voor ons konden zijn. Op die momenten waarin wij meenden dat we geen beroep op hen konden doen. Ontstaan door emoties en verwarring die voortkomen uit het niet beantwoorden van ons uitreiken, onze openheid en ons verlangen. Dit reageren met een beschermingsstrategie kan leiden tot afhaakgedrag en zelfs tot het verbreken van een relatie (bv van coaching of therapie). De coachklant ergert zich aan de coach (gaat soms ruzie zoeken). Bij een straffende ouder (in dat hokje wordt je als coach geplaatst) is doorgaans geen veiligheid. Het feit dat de ander ermee durft te komen is een belangrijke stap in de ontwikkeling naar zelfstandigheid.
- De overdracht breekt (volwassen relatie): we zij ons bewust van onze projecties op de ander en maken ons ervan los.
- De overdracht verdwijnt (ontmoeting van de ander als gelijke): we zijn in staat om op een volwassen manier met de ander om te gaan.
- Verschillende situaties in coachrelatie (naast positieve en negatieve overdracht):
- Positieve tegenoverdracht: bewustzijnscoaching is gericht op onder andere het transformeren van re-activiteit, waardoor meer authenticiteit en autonomie ontstaat, zowel bij onszelf als bij de coachklant. De coach voelt zich zodanig gevleid dat hij een beetje toegeeft aan de verlangens van de coachklant uit angst om niet langer aardig of behulpzaam te worden gevonden. De coaching zelf is dan op deze manier niet langer effectief.
- Coachklant ervaart emoties en verlangens (pijn, eenzaamheid, angst of onvervuldheid)
- Vanuit deze emoties ontstaan behoeften aan opvang, houvast, troost, gezien en erkend worden, warmte en begrip.
- Uit die behoefte kunnen reddersbeelden op de coach geplakt worden, zoals ‘jij gaat mij helpen en advies geven’.
- In het contact met de coach ervaart de coachklant veiligheid, warmte en begrip. Daar heeft hij vaak jarenlang naar verlangd, maar vooralsnog legt hij deze buiten zichzelf, bij de coach.
- De coach creëert de veiligheid waarmee de coachklant zich bewust kan worden van deze beelden en deze los kan laten. Hij leert langzaamaan alle wijsheid weer inzichtzelf te vinden en zichzelf als oriëntatiepunt te nemen bij het nemen van beslissingen.
- Negatieve tegenoverdracht:
- De coach ergert zich aan het ‘zeurderige toontje’ of de ‘klagerige mail’ van de coachklant. In dat geval zal de coach moeten onderzoeken wat de bron van de irritatie is en dat oplossen in zichzelf, anders wordt de coaching eveneens onzuiver.
- Positieve tegenoverdracht: bewustzijnscoaching is gericht op onder andere het transformeren van re-activiteit, waardoor meer authenticiteit en autonomie ontstaat, zowel bij onszelf als bij de coachklant. De coach voelt zich zodanig gevleid dat hij een beetje toegeeft aan de verlangens van de coachklant uit angst om niet langer aardig of behulpzaam te worden gevonden. De coaching zelf is dan op deze manier niet langer effectief.
- Tegenoverdracht kunnen we nooit helemaal voorkomen. De relatie die jij als coach hebt met je eigen pijn, heeft zijn weerslag in het contact met de coachklant. Iedereen in het coachvak weet dat je de ander maar zover kunt helpen als je zelf bent. Dat betekent dat als jij het even niet weet, dit makkelijk tot tegenoverdracht kan leiden.
- In de psychotherapie heerste een tijdlang de opvatting dat je als hulpverlener geen enkele tegenoverdracht mocht hebben. Freud ging bijvoorbeeld achter zijn clienten zitten, zodat hij niet ‘gepakt’ kon worden en de tegenoverdracht kon uitschakelen. De eerste generatie therapeuten na Freud had vaak relaties met hun clienten (waaronder Jung en Reich). Een dergelijke tegenreactie zie je vaker als iets streng verboden wordt. De schaduw van Freud leefden zij uit. De les die hierin zit voor alle hulpverleners is deze: als je je eigen leefregels heel strak hanteert, onderzoek ze dan eens.
- In tegenoverdracht terecht komen activeert ook ogenblikkelijk je superego. Deze vindt er iets van en komt met gedachten als ‘moet je nou eens kijken naar jezelf e dat meent te kunnen coachen’ of ‘je had die persoon natuurlijk ook nooit moeten aannemen voor een coachtraject’. Maar net als bij overdracht is ook tegenoverdracht niet goed of fout: het is er gewoon. Wat je kunt doen is bewustzijn ontwikkelen op gevoelens en gedachten inzake overdracht en tegenoverdracht. Zo zorg je ervoor dat je uit de effecten van overdracht en tegenoverdracht blijft en deze niet overdraagt op de coachklant. Het vereist grote inzet van jou als coach om niet mee te gaan in de tegenoverdracht. Het niet ingaan in tegenoverdracht is een actief proces. Bedenk dat zodra je de tegenoverdracht van de coachklant naar jou niet goed kan ontvangen, je al in tegenoverdracht zit.
- Aandachtspunten in et omgaan met tegenoverdracht:
- Voel je zo vrij mogelijk in je lichaam, zodat je spanningen snel gewaar bent.
- Zorg voor inzicht in je eigen oude verdrongen behoeften en de onbewuste doorwerking daarvan.
- ‘Claim’ je geraaktheid, je kunt er niets aan doen. Beter is het te erkennen wat er gebeurt in je lichaam.
- Wees raakbaar i.p.v. het uithangen van de professional die overal boven staat. Een dergelijke uitstraling zorgt voor afstand, controle, geisoleerdheid voor de coachklant. Wel geldt: vang je geraaktheid op, draag deze in jezelf en vraag geen mededogen van de client.
- Bij herhaling van je geraaktheid met een coachklant of op hetzelfde thema: zoek intervisie of supervisie.
H5 Interventies van de bewustzijnscoach
- Nihilistische val van de ontkenning van de wereld: het ego kaapt het inzicht dat het ik en de wereld allebei een illusie zijn en we hebben een nieuw standpunt, een nieuwe overtuiging en daarmee een nieuw onderkomen voor het ego. Alles is toch maar een idee dat opkomt en verdwijnt, dan heeft niets van wat je doet zin.
- Perspectief 1 en 2: interventies gaan over de volwassen- en kinderrealiteit van elkaar leren scheiden, een sterker lichaamsbewustzijn, gevoelens beter leren hanteren in zichzelf, meer ruimte ervaren en zelfstandig de trigger kunnen vinden in een situatie:
- Laten schrijven van een autobiografie: op zoek naar thema’s, kwaliteiten, verborgen talenten en krachten.
- Aanbrengen van inzicht in de eigen ‘ijsberg’, de opbouw van de eigen persoonlijkheid (bv. met MBTI), bewustmaking van wat heel natuurlijk voelt.
- Samen op zoek gaan naar en het ontmantelen van belemmerende overtuigingen, vastgeroeste zelfbeelden en al te strikte leefregels:
- Op zoek naar: ik moet, ik behoor, het is logisch dat…
- Laat de coachklant zichzelf een tegenvoorbeeld geven (heb ik wel eens meegemaakt dat ik niet…. En wat gebeurde er toen?)
- Laat je coachklant aanvullen wat is weggelaten (moet ik altijd…. Wanneer wel en wanneer niet?
- Zie pagina 216 voor opdrachten die je je coachklant kunt geven voor het ombuigen van overtuigingen.
- Het vinden van de trigger in wat de coachklant het meest raakt en de coachklant leren die gevoelens te dragen in zichzelf, zonder de buitenwereld te willen veranderen of manipuleren.
- Verdragen verandert gaandeweg in gevoelens leren dragen in jezelf zonder ze te moeten uitleven. Er proberen mee in contact te komen zonder er een verhaal van te maken.
- Het vinden van de trigger is belangrijk, omdat de trigger de zintuiglijke waarneming is waar de amygdala op aanslaan en hun fysieke alarmbellen laten rinkelen.
- Zie pagina 226 voor vragen die je kunt stellen om de trigger te zoeken en pagina 228 voor de vraagtechniek bipolair waarnemen.
- Het verkrijgen van inzicht in de waarden en normen die de coachklant hanteert en of deze afkomstig zijn vanuit een eigen keuze of dat deze ingegeven zijn door het superego.
- Interventies in alle perspectieven voor het doen van zelfonderzoek en het proces van disidentificeren (jezelf disidentificeren wil zeggen: ‘soms ben ik dit, maar ik ben ook dat’):
- Het steeds bewuster zijn van triggers, zodat de ‘verhalen’ die de coachklant zichzelf vertelt steeds meer doorzien worden door hemzelf.
- Het doen van regressies om de coachklant te helpen te disidentificeren van gevoelens en gebeurtenissen en toegang te krijgen tot zijn essentiële, authentieke kwaliteiten (perspectief 2, zie pagina 235).
- Bewust worden in het belang van een goede ademhaling (perspectief 2, zie pagina 245 voor oefenen en ervaren van lichaamsbewustzijn, perspectief 3, zie pagina 274 voor ademhalingsoefeningen).
- Het doen van inquiries (perspectief 3, zie pagina 254) en leren open te staan voor alle gevoelens die zich aandienen.
- Het leren jezelf te verankeren in de non-duale staat van Zijn.
- Interventies in perspectief 3 gaan over het komen uit de staat van afleiding en het maken van contact met hoe het nu is. Zoals visualisaties: zie pagina 282 en 286 voor oefeningen.
- Bewustzijnscoaching richt zich op bevrijding van lijden (geleidelijk of plotseling) door het leren doorzien van de voortdurende beweging van aantrekken en afstoten. Het helpt om ons niet langer met het ego en zijn bewegingen te vereenzelvigen. De route die hierbij doorgelopen wordt, gaat voorbij psychologische technieken zoals het koesteren van aantrekkelijke gedachten en het vermijden van onaantrekkelijke. Bewustzijnsleer leert je ook niet om positieve kwaliteiten te ontwikkelen als remedie tegen gevoelens van tekortschieten, schuld, schaamte, woede of verdriet. Het verminderen van ons lijden is niet het gevolg van pogingen om beelden die we in de spiegel zien, te veranderen of verbeteren. Verminderen van lijden ontstaat door deze beelden te herkennen voor wat ze zijn, namelijk reflecties van onze eigen mind.
- Ons ego is geneigd vast te houden aan een gedachte of een gevoel er een verhaal van te maken. Door ruimte te creëren tussen het gedeelte van je bewustzijn dat alles ervaart (waarnemer of subject) en dat wat hij precies ervaart in het hier en nu (object) ontdek je dat alles wat in je opkomt moeiteloos weer wegebt.
- Een goede ademhaling is een rustige en ontspannen ademhaling (zie pagina 268). Als de eerste ademhalingen geforceerd tot stand gekomen zijn, is diep en natuurlijk ademhalen verbonden met angst en pijn. Datzelfde geldt voor andere ervaringen van schrik en paniek in ons (vroegere) leven. Het gevolg daarvan is dat mensen soms hun hele leven lang spontaan hun adem inhouden als ze een situatie als eng of spannend beschouwen, ook als dat ‘niet echt’ is, zoals tijdens een spannende film of sportwedstrijd.
- Hoorbaar in- en uitademen of (veel) geluid maken op de uitademing duidt op een spanning die gelinkt is aan het willen hebben van controle. In zijn algemeenheid betekent controle op de inademing dat we onszelf niet durven manifesteren, dat we geneigd zijn weinig ruimte in te nemen e niet onszelf durven zijn. Het controleren van de uitademing heeft veelal te maken met onszelf inhouden en niet durven laten gaan van gevoelens van schaamte.
- Inademers: hebben doorgaans moeite met volledig uitademen. Daardoor kunnen ze onvoldoende ontladen en naar buiten brengen wat er in hen is. Voor hen is het doorgaans een grotere uitdaging de dinge zoals ze zijn los te laten in de ruimte en te laten gebeuren zoals ze gebeuren. Inademers hebben moeite met ontspannen en vinden het lastig zich over te geven aan de stroom van het leven. Ze laden zich voortdurend op om zo – onbewust- controle te kunnen houden over hun omgeving.
- Uitademers: verzetten zich onbewust tegen het inademen en kunnen derhalve onvoldoende opladen, waardoor ze moeite hebben om in actie te komen. Ze nemen zo weinig mogelijk van de omgeving in en hebben zo de neiging zich terug te trekken in hun eigen wereldje, waar het ooit relatief veilig was. Zo raken ze het volle contact met de werkelijkheid kwijt. Uitademers kunne vaak lastig voor zichzelf opkomen en laten zich veel welgevallen om de leegte van binnen niet te (hoeven) voelen. Zo doen ze niet langer mee aan de volle dans van het leven.
- In het 4e perspectief van Bewustzijnscoaching zijn een verdere deconstructie van onze egoneigingen, werken met koans en het doen van meditaties die verwijzen naar het ervaren van eenheid belangrijke werkvormen.
- Deconstructie gaat verder en dieper dan het leren omgaan met leefregels en overtuigingen (perspectief 2). Deconstructie betekent leren zien dat alle beelden en concepten die we hebben over onszelf, anderen en de wereld om ons heen, zelf bedacht zijn. Het zijn gedachten die opkomen en weer weggaan. Er is niets om je aan vast te houden.
- Claims zorgen voor krampachtigheid in ons en die krampachtigheid zorgt op haar beurt weer voor fixaties. Het gaat om onverwerkte emoties en ervaringen die we maar niet kunnen loslaten, ook al zeggen we nog zo vaak tegen onszelf dat het al lang geleden is en dat we het nu eindelijk eens los moeten laten. We voelen nog steeds een claim naar de ander, willen nog iets van de ander (als is het maar om een keertje het woord ‘sorry’ te horen), we willen erkenning, rechtvaardiging. Zie pagina 310.
- Entitlement is het gevoel dat je meent recht te hebben op iets buiten jezelf om, zonder er iets voor te hoeven doen en zonder wederkerigheid. Je vindt bijvoorbeeld dat de ander je sneller moet begrijpen, zodat jij het niet 2 of 3 keer hoeft uit te leggen. De ander moet jou niet lastig vallen met prietpraat of onbeduidende vragen als je druk bent. De kern hier is niet zozeer dat we een hoge dunk hebben van onszelf of dat we onszelf als mens kennelijk heel waardevol vinden, maar dat we onze eigen behoeften plaatsen boven die van de ander. Zie pagina 315.
- Soms kun je als coach een fixatie doorbreken door in eerste instantie mee te gaan in het verhaal van je coachklant. Zie pagina 317. Je doel is ontmanteling, niet om iemand te ontmaskeren of voor gek te zetten.