Samenvatting: ‘Verslaafd aan liefde, de weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties’ van Jan Geurtz (2009)
Deel I: niets is zoals het lijkt
H1: inleiding: de moeder van alle misvattingen
– Als het effect van een handeling precies het tegenovergestelde is van wat je er mee beoogt, dan spreken we van een contraproductieve reflex. Een verslaving is een schoolvoorbeeld van een contraproductieve reflex. Ik schreef mijn bevindingen op in een boek over verslavingen ‘De verslaving voorbij’ en veel mensen ontdekten dat het beëindigen van een verslaving veel gemakkelijker is dan het lijkt als je nog verslaafd bent, en ook nog eens veel leuker. Of anders gezegd: het idee dat het verschrikkelijk moeilijk is om te stoppen, is een illusie die door de verslaving zelf gecreëerd wordt. Deze angst voor het stoppen is precies de essentie van het verslaafd zijn. Het is een zelf verhullende angst. Een contraproductieve reflex zoals een verslaving houdt namelijk niks anders in stand dan zichzelf. Zodra de verslaafde geest zijn eigen verslaving doorziet, is hij vrij. Dan blijkt stoppen een feest van bevrijding en opluchting te zijn: het tegendeel waar je als verslaafde bang voor was. Ook in relatieproblemen is een dezelfde contraproductieve reflex werkzaam.
H2: de eerste laag van onze identiteit: het negatieve geloof
– De kern van ons zelfbeeld is zelfafwijzing, en aversie tegen zelfafwijzing, en deze vat ik samen
met de term ‘het negatieve geloof’. Niemand wordt met een negatief geloof geboren. Toch
heeft iedereen het. We leren het tijdens de eerste 10 jaar van ons leven. Baby’s en hele kleine
peuters hebben geen enkel beeld van zichzelf. Ook geen negatief of zelfafwijzend beeld. Hun
gedrag is volkomen ongeremd en spontaan. Dit gedrag wordt soms aangezien voor een hogere
staat van zijn. Dat is een misvatting. Om de simpele reden dat een kind zich er niet bewust van
is. Zij zijn in het pre-zelfbeeldstadium. Vanaf de leeftijd van 1-1,5 jaar begint de ontwikkeling
van een mentaal zelfbeeld. Hier begint ook het eigenlijke ‘opvoeden’. Het kind ervaart
(aanvankelijk onbewust) dat het niet meer onvoorwaardelijk bewonderd, gekoesterd en
verzorgd wordt, maar dat het moet veranderen om die verzorging en waardering veilig te
stellen.
– Dit is overigens niet een fout van de ouders, het is juist heel normaal dat ze geleidelijk grenzen
gaan stellen aan het gedrag van het kind, anders zou het namelijk helemaal geen taal en
zelfbeeld ontwikkelen. Het ontstaan van een zelfbeeld, ego, is kennelijk een noodzakelijk stap
in de ontwikkeling van mensen, en pas daarna kan eventueel een spirituele ontplooiing voorbij
het ego plaatsvinden.
H3: de tweede laag van onze identiteit: de (tegenstrijdige) basisregels
– Het meest fundamentele probleem is ons geloof in de eigen onvolkomenheid en
waardeloosheid. Onze zelfafwijzing.
– Deze wordt weer bedekt door een tweede laag. Die wordt gevormd door alle basisregels en –
voorwaarden waaraan we moeten voldoen om ons wel goed en waardevol te mogen voelen.
Het voldoen aan deze condities levert ons liefde en erkenning op van anderen en voorkomt hun
afwijzing.
– De ‘oplossing’ is een geconstrueerd positief zelfbeeld op basis van liefde en erkenning van
anderen. Dit geconstrueerde zelfbeeld, ook wel het ego genoemd, is onze meest fundamentele
verslaving. Kunstmatige eigenwaarde is de roes die we nastreven. Liefde en erkenning van
anderen zijn de drugs die we niet kunnen missen en waar we alles voor hebben.
– Door de overtuigende illusie van waardeloosheid, van niet goed genoeg zijn, van stom, slap of
slecht zijn, keert de geest zich van zijn eigen natuur af, en richt zich naar buiten, op de ander,
in de eerste plaats natuurlijk op de ouders.
H4: de derde laag van onze identiteit: patronen in denken, voelen en gedrag
– Dit zijn mechanismen die ons moeten behoeden voor afwijzing. Het zijn trucjes om liefde en
erkenning in de wacht te slepen:
– nice guy-patroon (gebaseerd op het negatieve geloof ‘je bent zwak’ en de regel ‘je mag
niet kwaad worden’)
– perfectionisme (gebaseerd op het negatieve geloof ‘ik ben niet goed genoeg’ en de
regel ‘je moet succesvol zijn’)
– helpaholic (gebaseerd op het negatieve geloof ‘ik doe er niet toe’ en de regel ‘je moet
je nuttig maken’)
H5: de vierde en buitenste laag van onze identiteit: het imago
– Ons ‘zelfgevoel’ geeft geen permanente zekerheid, maar juist een fundamenteel gevoel van
onzekerheid. Om die zekerheid te ontkennen en aan de instabiele zelfconstructie toch nog een
schijn van stabiliteit te geven, zit er nog een 4e
laag omheen: het imago.
– Het imago is het beeld dat we willen dat anderen van ons hebben. Het is de buitenste schil van
onze identiteit die ervoor zorgt dat anderen ons zien zoals we ons zelf graag willen zien en
vooral dat anderen niet zien waarover we ons onzeker voelen.
H6: storingen in de ontwikkelingen van de identiteit
– Pas in de puberteit lijkt de cirkel van zelfafwijzing en angst voor afwijzing zich te sluiten en
wordt de identificatie met het zelfbeeld compleet en permanent. Maar denk niet dat we na onze
puberjaren veel verstandiger geworden zijn. We zijn alleen maar iets handiger geworden in het
ontlopen van bittere teleurstellingen. Totdat we die fijne baan kwijt raken, onze geliefde
ervandoor gaat, of we die verschrikkelijke blunder begaan die anderen nadeel berokkent. Dan
is daar opeens weer dat diepe gevoel van zwakheid, waardeloosheid, misluktheid of wat dan
ook je negatieve geloof is.
– Wanneer een kind opgroeit in een min of meer permanente onveilige situatie, dan leert het
constant op zijn hoede te zijn. Het ontwikkelt daardoor een fundamenteel gevoel van
onveiligheid, waardoor het streven naar erkenning en liefde van anderen ernstig belemmerd
wordt. Die gevoelens van onveiligheid zijn ernstiger als de onveilige situatie zich op vroegere
leeftijd voordeed. Couveusebaby’s of baby’s die langdurig in het ziekenhuis hebben gelegen,
ontwikkelen als volwassenen vaker dan gemiddeld angststoornissen, en zijn daardoor ook vaak
onvoldoende in staat om een succesvol ego in stand te houden.
– Vanuit een spiritueel oogpunt is een gezonde ego verder van huis dan het zogenaamde
neurotisch ego. Een gezond ego slaagt er beter in zijn fundamentele zelfbewustzijn te
bedekken met het erkenning en liefde van anderen.
H7: stagnaties in de groei van het bewustzijn
– In de groei van het bewustzijn zien we twee elkaar afwisselende fasen: identificatie
(versmeltingsfase) en overstijging (dissociatiefase).
1. Allereerst de ‘lichaamsbewustwording’, die ontstaat tijdens het eerste levensjaar. Vanaf
het begin va de taalontwikkeling ontstaat een eerste besef van een innerlijke wereld, te
beginnen met de emoties. Het bewustzijn van het kind identificeert zich dan volledig
met de nieuw ontdekte emoties, en krijgt tegelijkertijd enig gewaarzijn van zijn
lichaam. Dit gewaarzijn schept als het ware een beetje afstand tussen het ‘ik’ en het
lichaam. Het zelf is niet langer alleen maar het lichaam, maar overstijgt dit stadium.
2. In een volgens stadium verandert dit ‘emotiebewustzijn’ in bewustzijn van emoties,
terwijl de zojuist ontdekte rationale geest de rol van ‘ik’ overneemt.
3. En in een nog later stadium van groei – we komen dan op het spirituele vlak- kan men
zich vanuit een hoger bewustzijn losmaken van de identificatie met de eigen
gedachtestroom, en dus niet langer zijn gedachten ‘zijn’, maar gedachten ‘hebben’.
– De 1e vorm van stagnatie in de groei van het bewustzijn wordt (onbewuste) ‘versmelting’
genoemd. Het is een soort vastroesten met de huidige identiteit met een veilig patroon. Zoals
jonge ouders die zich volledig identificeren met hun rol als ouder en niet openstaan voor enige
kritische reflectie op die rol. Stagnatie in de lichamelijke fase leidt tot een soort
‘lichaamsnarcisme’, stagnatie in de emotionele fase tot ‘egocentrisme’ en in de rationele fase
tot ‘spirituele stilstand’. Het is de angst voor afwijzing die telkens leidt tot versmelting met
veilige delen van het zelfbeeld. Angstneuroses en depressies vloeien voort uit versmelting.
– De 2e vorm van stagnatie wordt (min of meer bewuste) ‘dissociatie’ genoemd. Het
onderdrukken, niet integreren of afstoten van de zojuist overstegen fase. Leidend tot
verwaarlozing van de lichamelijke gezondheid (lichaamsbewustwording) en arrogantie en het
onvermogen om gevoelsrelaties aan te gaan (emotiebewustzijn). Zelfafwijzing zorgt voor
dissociatie met onveilige delen van het zelfbeeld. Schuldgevoelens en verslavingen zijn het
resultaat van dissociatie.
– Als je jouw ergernis aan iemand anders’ gedrag moeilijk kunt benoemen is de kans groot dat je
zelf versmolten bent met hetzelfde patroon als die ander. Als je daarentegen glashelder kunt
ziet wat de ander verkeerd doet (bv alle aandacht naar zich toetrekken in gezelschap), dan is
er een goede kans dat je zelf van diezelfde neiging gedissocieerd bent. In het algemeen geldt:
als je je ergert aan iemands gedrag is dat of omdat je zelf onbewust ook zo bent (versmelting),
of omdat je zelf heel bewust niet zo wilt zijn (dissociatie).
H8: de creatie van het lijden
– De werking van negatieve emoties:
– Eerst is er de aanleiding of trigger.
– Dan komt de beknellende emotie in je op en is er volledige (onbewuste) versmelting
met deze emotie.
– Door training of therapie kun je zelfreflectie ontwikkelen waarna een besef van de
beknelling ontstaat: je bent niet de emotie, je hebt de emotie.
– Dit wordt meteen teniet gedaan door dissociatie: we komen in verzet tegen de
negatieve emotie, we willen dit niet voelen. Waardoor de beknelling alleen maar
toeneemt.
– Vergissing 1: zelfafwijzing
– Vergissing 2: het bouwen van en zelfbeeld om de zelfafwijzing te bedekken
– Vergissing 3: overgaan tot dissociatie na bewustwording van een patroon of negatief gevoel
– Vergissing 4: projectie van onze gevoelens op anderen en op de omstandigheden.
– Al die vergissingen komen tot uiting in de relatie die we met onszelf hebben en in de projectie
daarvan: onze relatie met anderen. En de ultieme kroon op deze reeks van vergissingen is de
liefdesrelatie.
H9: de vrije markt van liefde en erkenning
– Relaties zijn een soort onderlinge overeenkomsten om stabiliteit in wederzijdse afhankelijkheid
te creëren.
H10: de liefdesrelatie
– Een belangrijk aspect van wederzijdse verliefdheid is de ‘veilige’ garantie dat de ander je niet
zal afwijzen, omdat de ander afhankelijk van jou is voor iets wat hem of haarzelf ontbreekt.
H11: de relatiecrisis
– In wederzijdse verliefdheid lost je diepst verborgen zelfafwijzing tijdelijk op in de diepste
onvoorwaardelijke liefde van je partner. Eventjes ben je vrij van zelfafwijzing en kom je in
contact met de pure liefde uit je natuurlijk staat. Onmiddellijk ontstaat de neiging om de
ervaring van dit moois vast te willen houden, te willen bewaren en beschermen van verlies. Het
gedrag dat uit deze houding voortvloeit, dit beschermen en afschermen van de relatie, is de
oorzaak van het op den duur vastlopen ervan.
H12: de vicieuze cirkel van samsara
– Het symptoom van de fundamentele misvatting is dat we altijd bezig zijn met geluk na te
streven en ellende uit de weg te gaan, en nooit echt 100% tevreden zijn.
– De manier waarop de illusie van onze eigen onvolkomenheid alsmaar proberen te bedekken
met de liefde en erkenning van anderen is een vicieuze mallemolen waar je alsmaar nieuwe
energie in stopt en waar nooit een einde aan komt.
Deel II: alles is zoals het is
H13: het spirituele pad
– Het wonderlijke van de spirituele benadering is dat die niet de gevolgen van de misvatting
bestrijdt, maar de oorzaak ervan wegneemt.
– Het spirituele pad kent twee benaderingen:
– Relatieve benadering: je leert pijnlijke automatismen doorzien, de zelfafwijzing erin
beëindigen en in plaats daarvan positieve automatismen te ontwikkelen. Er zijn 3
strategieën:
– Hinayana: elimineren of uit de weg gaan (tijdje apart gaan wonen bij
relatiecrisis)
– Mahayana: ontwikkelen positieve automatismen (relatietherapie)
– Vajrayana: je neemt de volle verantwoordelijkheid voor je pijnlijke gevoelens
en transformeert deze via contemplatie en meditatie in liefde en helderheid.
– Absolute benadering: deze vereist inspanning en doelgericht training en levert een
langzame maar zekere vermindering van ellende en een toename van geluk op.
H14: loslaten van ‘relatiedenken’
– Dit houdt in dat je het wel of niet hebben van een relatie niet langer als een levensdoel
beschouwt, maar als een omstandigheid die wel of niet op je weg komt, en waarvan je kunt
leren en genieten zo lang het duurt.
H15: kijken naar je geest
– De keuze voor het spirituele pad houdt het loslaten van het relatiedenken in. Dit vloeit voort uit
het ‘behoeftigheidsbewustzijn’. Dit is weer het gevolg van zelfafwijzing. Ophouden met
zelfafwijzing gaat gelijk op met het realiseren van je volmaakte natuur. Uit die realisatie
ontstaat een ‘overvloedigheidsbewustzijn’.
– Om een moeiteloze staat natuurlijk staat van zijn te realiseren zijn er diverse soort oefeningen
waaraan het spirituele pad zo rijk is. Zoals kalmeringsoefeningen (shamata) en meditatie. Met
dit laatste oefen je in vriendelijk gewaarzijn in plaats van versmolten te blijven met je
gedachtestroom of je er van te dissociëren.
– Een belangrijke valkuil is doelbewust een kalme geest nastreven. Dit is een vorm van
dissociatie.
H16: pijnlijke emoties: de deur naar je natuurlijke staat
– Met meditatie oefen je de geest in de omgekeerde richting in verschillende fasen:
– Aandachtig bij jezelf blijven zonder te handelen vanuit de emotie (beëindigen van de
versmelting zonder te proberen er meteen vanaf te komen -lees dissociëren-)
– Gebruik je pijnlijke gevoel als object van je meditatie
– Gebruik je verzet tegen je emotie als object van je meditatie: probeer de verkramping
rondom de pijnlijke emotie te lokaliseren en breng haar in je gewaarzijn.
H17: integratie in plaats van dissociatie
– In plaats van te dissociëren kun je leren je het betreffende egopatroon te integreren. Dat
betekent dat je ernaar leert kijken zonder zelfafwijzing.
– Zo zul je zien dat bijvoorbeeld arrogantie, als je die niet langer afwijst maar omhelst met
oordeelvrij gewaarzijn, geleidelijk aan opbloeit als pure slimheid of helderheid.
– Uit het helpaholic patroon kun je natuurlijk altruïsme bevrijden.
– Uit het niceguy patroon kun je natuurlijke vriendelijkheid ontwikkelen.
– Ben je een perfectionist? Omhels het met oordeelvrij gewaarzijn en het hele patroon verliest
zijn beknelling en onthult zijn natuurlijke vorm: integriteit en verlangen naar volmaaktheid.
H18: de natuurlijke staat van zijn: geloof of werkelijkheid
– Vooral tijdens moeilijke en beknellende periodes in je leven kun je helemaal gek worden van je
eigen geest, en bij sommige mensen gebeurt dit letterlijk. Ook depressies en neuroses zij het
gevolg van een geest die totaal doorgedraaid is en verstrikt zit in de strijd met zijn eigen
gedachten.
– Je moet de vele lagen van versluierende denk-, voel- en gedragspatronen leren doorzien
teneinde echt vrij te zijn van je gedachten en emoties.
– Uiteindelijk draait alles op het spirituele pad dus om de realisatie van je volmaakte natuurlijke
staat van zijn, door boedhisten soms ook wel ‘natuur van de geest’ genoemd. Er zijn boeken
vol geschreven over de methoden om die natuur te realiseren, maar een simpele beschrijving
van wat die natuur nou eigenlijk is, zul je niet vinden. Dat komt omdat die niet rechtsreeks te
beschrijven is. Beschrijvingen zijn immers woorden, zinnen, gedachten en de natuur van de
geest is ook de natuur van die zinnen, woorden en gedachten. Als je er rechstreeks naar kijkt
is er nooit ‘iets’ te zien. De natuur van de geest heeft die kennende kwaliteit zonder tevens een
entiteit te zijn. Alle verschijnselen, alle gedachten en gevoelens zijn ervaringen in die kennende
‘niet-entiteit’ van de natuur van de geest. Alle ervaringen, alle beknellingen en geneugtes van
samsara zijn ervaringen in de natuur van de geest.
H19: de spirituele liefdesrelatie
– Een goed hulpmiddel om samen met je partner te werken aan een meer spirituele relatie is het
‘on-de-beurt-gesprek’. Je gaat tegenover elkaar zitten en een van beiden begint met vertellen
over haar ervaringen, haar problemen, waar ze moeite mee heeft enz. De ander mag niet
reageren, hooguit laten merken dat hij het begrijpt, of een simpele vraag stellen ter
verduidelijking. Neem een kookwekker als onpartijdige waarnemer. Daarna blijven beiden een
korte tijd, bijvoorbeeld een paar minuten, in stilte zitten, met aandacht voor de ademhaling, of
met een andere meditatietechniek die je prettig vindt. Daarna is de ander aan de beurt. Na een
korte periode van stilte wordt de sessie beëindigd. Probeer niet na te gaan praten over de
inhoud van de oefening. Ook niet als je met een angstig of boos gevoel blijft zitten, los dat dan
eerst zelf op met beoefening, of een wandeling o.i.d.
H20: spiritueel vrijen
– Begeerte is niet een op zichzelf bestaand gevoel, het is vermengd met een afwijzing van dat
gevoel, en van diegene die het voelt, jezelf. Hier zien we bij uitstek ons
behoeftigheidsbewustzijn aan het werk: zodra er een behoefte of begeerte gevoeld wordt, is er
meteen ook een zelfafwijzing, en moet de begeerte bevredigd worden om die zelfafwijzing weer
toe te dekken.
– Als je manier van vrijen niet langer belast wordt door taboes en zelfveroordeling, kun je naar
een dieper en spiritueel niveau gaan en ook de subtielere afwijzing van je begeerte leren
omhelzen met oordeelvrij gewaarzijn. Zodra we onze seksuele begeerte bevrijden van
zelfafwijzing, ontpopt ze zich namelijk als een bijzonder krachtige energie, als de meest pure
levenskracht die rechstreeks voortvloeit uit je natuurlijke staat van zijn, als de meest fysieke
manifestatie van je onvoorwaardelijke objectloze liefde. Als je zuivere
‘overvloedigheidsbewustzijn’.
H21: liefdesontsporingen
Op het gebied van seksualiteit en relatie zijn er drie vormen van stagnatie:
– Dissociatie leidt tot seksverslaving. De ‘dissocieerder’ heeft een mechanisme
ontwikkeld dat razendsnel reageert op de (dreiging van) pijnlijke emoties, namelijk
door ze weg te duwen en de aandacht op prettige gedachten of activiteiten te richten.
Daardoor ontstaat echter tevens een isolement op emotioneel gebied, een chronisch
gebrek aan emotionele impulsen. Dit leidt weer tot een levensstijl die gericht is op het
compenseren van dat gebrek. In ernstige gevallen krijgt die afleiding de vorm van een
verslaving aan een of meer elementen uit de reeks seks, drugs and rock and roll. Er is
verslaving aan de spanning, de begeerte en aan de bevrijding ervan middels een
orgasme. Zonder die seksuele aandrang voelt de seksverslaafde zich leeg, emotieloos,
eenzaam. Als je een seksverslaving wilt beëindigen zul je dus eerst moeten werken aan
een oordeelvrije omhelzing van je seksuele verlangens.
– Versmelting leidt tot liefdesverslaving. De liefdesverslaafde is eigenlijk verslaafd aan
het afgewezen worden. Dit creëert een situatie van schijnbare veiligheid, een externe
‘reden van bestaan’, als opvulling van het gemis aan een innerlijke reden, een gevoel
van eigenwaarde. In de liefdesverslaving vormen de obsessieve gevoelens van liefde
voor de afwijzende geliefde een laatste bedekking van een diep gevoel van onveiligheid
van bestaan. De oorzaak van dat basale gevoel van onveiligheid ligt meestal in de
vroege jeugd, door de combinatie van onveilige omstandigheden en een zeer
dominante en afwijzende ouder van het andere geslacht. Als een kind zich onveilig
voelt, en zowel beschermd als afgewezen wordt door een of beide ouders, dan ontstaat
die merkwaardige verbinding tussen afwijzing en veiligheid. Zolang je afgewezen wordt
ben je tenminste niet niemand, niet niks, heb je tenminste nog bestaansgrond. De
onbereikbare geliefde heeft dezelfde afwijzende eigenschappen als de afwijzende
ouder, en het vastklampen aan die geliefde levert een bedekking van die existentiële
angst en onveiligheid die het kind in haar jeugd heeft aangeleerd. Denk dus niet dat die
liefdesverslaving een symptoom is van een zwak of afhankelijk karakter. Integendeel,
je vindt liefdesverslaafden ook onder zeer sterke en geëmancipeerde vrouwen, die heel
hun leven hard hebben gewerkt om hun angsten onder controle te houden, en als
bijproduct van die strijd soms heel succesvol zijn geworden in sociaal en professioneel
opzicht. Ze kunnen heel warm en vriendelijk zijn voor anderen, ze hebben alleen nooit
geleerd dat vriendelijkheid voor zichzelf te ontwikkelen en vallen telkens weer op ‘foute
mannen’: afwijzende mannen die zich gedissocieerd hebben van hun warme gevoelens.
– De wisselwerking tussen beiden leidt tot relatieverslaving. In zulke relaties voelt de
man zich vaak tekort gedaan qua seks, de vrouw qua emotionaliteit, en dat vrijen een
meer of minder draaglijk compromis wordt, qua frequentie (voor de man) en/of
intensiteit (voor de vrouw).
H22: in het belang van de kinderen
– Meestal vallen ouders in de projectvalkuil, en stellen ze het kind verantwoordelijk voor hun
eigen zelfafwijzende gevoelens.
– Het hele opvoedingsparadigma doet ons geloven dat kinderen onvolmaakt ter wereld komen en
door ons opgevoed, gevormd moeten worden tot goede en gelukkige mensen.
– Het idee dat we onze kinderen geluk en beschaving moeten bijbrengen is net zo hardnekkig als
het idee dat we onszelf onder controle moeten houden om niet tot verwerpelijk gedrag te
vervallen. Beide vloeien rechtstreeks voort uit een negatief geloof over onze natuur. Hoe meer
ouders vastzitten in die illusionaire noodzaak tot zelfcontrole, hoe meer ze ook hun kinderen
proberen te controlerenen te manipuleren in de richting van gelukkig en sociaal wenselijk
gedrag. En dat creëert in het kind nou juist het stellige geloof dat het van nature dus kennelijk
niet goed genoeg is, en eerst moet leren voldoen aan voorwaarden om zich waardevol te
mogen voelen.
– Er is een middenweg tussen manipuleren en verwaarlozen, tussen hun jouw wil opleggen en
aan hun lot overlaten, namelijk onvoorwaardelijke liefde vanuit je natuurlijke staat van zijn.
– In een spirituele relatie leg je geen enkele claim op de ander, heb je geen recht op de ander,
en ben je alleen zelf verantwoordelijk voor je pijnlijke gevoelens. Als je kinderen hebt is dat
een bijzondere gelegenheid om te stopen met het doorgeven van je zelfafwijzing aan de
volgende generatie. Het is natuurlijk prachtig als je dat samen met je partner kunt doen in een
relatie die gericht is op autonomie en beëindigen van zelfafwijzing.
– Gebruik je kinderen niet als een verontschuldiging om niet voor jezelf te kiezen, of als een
bedekking van je angst om op jezelf te staan, want dan geef je ze slechts afhankelijkheid en
angst als zelfbeeld. Laat ze meedelen in je spirituele avontuur, de zoektocht naar je volmaakte
natuur, het oplossen van je zelfafwijzing, liefst samen met je partner, en als dat niet kan elk
apart, maar laat ze meedelen in het mooiste dat je jezelf ooit kunt geven: jezelf.
H23: de volmaakte illusie
– Telkens als je aversie voelt tegen en situatie, een persoon of tegen jezelf, is het je oordeelvrije
gewaarzijn dat zichzelf vergeet en zich laat meesleuren in zijn eigen projectie. En telkens als
je die vergissing maakt, wordt je daar meteen op geattendeerd: het doet pijn. En als je dan de
vergissing maakt om van die pijn weg te lopen, krijg je nog een waarschuwing: het doet nog
meer pijn. Het is een feilloos systeem. En telkens als je je vastklampt aan een situatie of een
persoon die jou vervult met geluk, en je raakt gehecht aan de eigenwaarde die dat oplevert, is
het je volmaakte overvloedige bewustzijn dat zich laat meesleuren in de illusie van de
behoeftigheid. Telkens als je die vergissing maakt, wordt je meteen daar op geattendeerd: het
levert angst op, angst om die persoon of omstandigheid weer te verliezen, angst voor afwijzing
en zelfafwijzing. Het is een feilloos systeem.
– Dat is de essentie van meditatie; leren kijken naar je geest, herkennen van afgeleid zijn,
ervaren van het subtiele ongemakkelijke gevoel daarover, het zien van je neiging te
dissociëren van dat ongemakkelijke gevoel, en het dan toch niet te doen, maar blijven kijken,
telkens weer afgeleid zijn en dat herkennen als versmelting, de verminkte versie van liefdevol
omvatten, blijven kijken en zo steeds subtielere lagen van zelfafwijzing omhelzen met liefdevol
gewaarzijn. Daardoor zal de neiging tot versmelten en dissociëren oplossen in haar eigen
natuurlijke staat: de alles overstijgende helderheid van zichzelf herkennend gewaarzijn, de
open en heldere liefdevolle natuurlijke staat. Overstijgen en omvatten. Helder en liefdevol.
Licht en warmte.