Ik las het boek ‘Oud zeer, over vroeger dat nog pijn doet‘ van Bram bakker (271 bladzijdes, verschenen in oktober 2022). Hieronder de arceringen per hoofdstuk, die mij interesseren / raken / opvallen.
H1: Wat is trauma?
- Bij DSM diagnoses is sprake van positieve en negatieve verschijnselen van ziektes:
- Positieve symptomen zijn de kenmerken van de aandoening die er niet horen te zijn en die je dus niet hebt als je er niet aan lijdt. Het betreffen gebeurtenissen die niet hadden moeten plaatsvinden. Denk aan wanen, slaan, pesten, misbruik etc.
- Negatieve symptomen zijn gewenste eigenschappen die bij aandoeningen kunnen zijn verdwenen. Denk aan verminderde zelfzorg, verminderde concentratie, leeg voelen.
- Vaak lopen de positieve symptomen meer in het oog dan de negatieve. Voor fysieke mishandeling en seksueel misbruik is redelijk wat aandacht en ook que behandeling is er veel meer mogelijk dan bij negatieve symptomen: een kil gezin van herkomst valt meestal niet op en wat kun je hier na zoveel jaren eigenlijk nog aan doen?
- Pg 15 en 16
- De diagnose PTSS (posttraumatische stressstoornis) werd in 1980 opgenomen in het classificatiehandboek van de psychiatrie (DSM-III). Pg 18
- In 1998 werd een studie over Adverse Childhood Experiences (ACE) gepubliceerd, die 10 categorieën in zowel trauma als verwaarlozing onderscheiden. Pg 26
- Zonder iets af te willen doen aan de vreselijke gevolgen die jeugdtrauma’s kunnen hebben, heb ik ervoor gekozen om de affectieve verwaarlozing, de ‘emotionele neglect’, in dit boek het zwaartepunt te laten zijn. En dan vooral de impact die zulke verwaarlozing op iemands volwassen leven heeft. In gewoon Nederlands en met minder psychiatrische lading kun je spreken over ‘oud zeer’. Pg 27
- Omdat de DSM classificatie zich niet uitspreekt over de oorzaken achter psychische klachten, zijn mensen met ‘oud zeer’ in alle categorieën terug te vinden, met als belangrijkste 5 diagnoses depressieve stoornis, angststoornis, eetstoornis, stoornis in het gebruik van middelen en persoonlijkheidsstoornis. Pg 30-33
- Minder duidelijk, maar beslist niet uitgesloten, is dat ook bij de psychotische stoornissen, autismespectrumstoornissen (ASS) e AD(H)D factoren op de achtergrond meewegen die verband houden met gebeurtenissen uit iemands eerste levensjaren. Pg 33
- Als psychiaters of psychologen geen effect zien van hun goedbedoelde inspanningen is het verleidelijk om dit toe te schrijven aan een te omvangrijke problematiek bij de mensen die ze proberen te helpen. Maar het is nog altijd mogelijk om met heel andere soorten interventies wel vooruitgang te boeken, bijvoorbeeld met lichaamswerk, familie-opstellingen, hypnose of psychedelische middelen (plantmedicijnen). We moeten erkennen dat we vaak niet precies weten wat bij een bepaald persoon wel of niet werkt. De mogelijke methoden verschillen, net als de mensen die je ermee wilt helpen. En wetenschappelijk onderzoek dat je als hulpverlener hierin de weg kan wijzen is er helaas meer niet dan wel. Pg 32-33
H2: Hoe uit een trauma zich?
- Angst is wél een goede raadgever. Het brengt je namelijk niet verder als je je angst ontkent of krampachtig probeert te doen alsof het er niet is. Het is namelijk een natuurwet: angst heeft een functie. Pg 58
- Dissimulatie is aangeleerd gedrag en een manier om je door het leven te bewegen. Maar het is niet per se de meest geslaagde manier, want als je jezelf serieus neemt en probeert om van je schaamtegevoelens te ontdoen dan kun je en mag je uitspreken wat je kwelt. Dissimulatie is eigenlijk ook een vorm van vermijding, want je gaat de dingen die je leven lastig maken uit de weg door ze niet te benoemen. Pg 62
- In de ideale wereld (vereenvoudigde weergave) hebben mensen onbeperkt toegang tot hun buik (plek van iemands primitieve, instinctieve gevoelens), hun hart (iemands centrum, de plek waar alles samenkomt) en hun hoofd (het regiecentrum, waar iemands bewuste gedrag tot stand komt). Mensen die goed in hun vel zitten hebben volledige toegang tot deze drie niveaus en weten de weg in hun buik, hart en hoofd, waarbij die onderling ook nog eens goed verbonden zijn. Mensen die dissociëren blokkeren de overgang van hun hoofd naar hun lichaam, en omgekeerd. Op basis van mijn werkervaring én mijn persoonlijke geschiedenis is het mijn overtuiging dat dissociatie het meest voorkomende verschijnsel is bij mensen met traumatische ervaringen, vooral als deze ervaringen lang geleden zijn. Pg 65
- Hoe beter het iemand lukt niet de dissociëren, des te verder deze persoon in zijn of haar herstelproces is. Pg 66
- Dat mensen met traumatische ervaringen vaak in de problemen raken met drank en drugs is bekend. Mijn niet-bewezen stelling is dat mensen met emotionele verwaarlozing in hun voorgeschiedenis, dus de mensen die niet veilig gehecht zijn, mede daardoor vaak in mateloosheid terecht komen. In je gedrag kun je ook verslaafd zijn, en qua mogelijke ernst doet dit vaak niet onder voor middelenproblematiek. Verslaving in gedrag, met uitzondering van een gokprobleem, is geen erkende diagnose. P 68
- Ik heb geen idee of er ooit wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan, maar het is mijn stelling dat ADHD-gedrag een manier van omgaan met oude pijnen is, een copingstijl. Vermijd de pijn, zoek het genot. Pg 72-73
- Je geslacht bepaalde in de jaren vijftig, zestig en zeventig voor een heel groot deel hoe je groot gebracht werd: er werd gestraft, er werden corrigerende tikken uitgedeeld en jongens werden onophoudelijk aangemoedigd vooral flink te zijn. Pg 80
- Het lukt lang niet altijd om mensen met een belast verleden een beter perspectief op het leven te bieden. Pg 84
- Het enige dat vaststaat is dat er een bewezen kwetsbaarheid voor psychische ontregeling in haar huist. Ze weet wat haar te doen staat: datgene waar ze wél invloed op heeft serieus te nemen, en dat zijn vooral voldoende rust, reinheid en regelmaat. Pg 87
H3 Hoe behandel je een trauma?
- ‘Emotional neglect’ staat niet in het handboek van de psychiatrie (DSM). PTSS is wel een algemeen erkende en bekende diagnose en er zijn in de afgelopen decennia dan ook veel onderzoeken gedaan naar welke behandelingen effectief zijn bij PTSS. Pg93
- Op de website van GGZ standaarden is veel informatie beschikbaar. Met hierbij toch, ik kan het net laten, een kritische kanttekening: er is geen aandacht voor de relatie tussen de therapeut en de cliënt. Nergens lees je dat daar wel een klik moet zijn of dat een mogelijke verklaring voor beperkte vooruitgang misschien ook met een matig contact tussen twee mensen van doen kan hebben. Pg 94
- Therapie bij ‘oud zeer’ Pg 93-111:
- Relatief nieuw is de NET, de narratieve exposuretherapie. Deze is afgeleid van de klassieke exposurebehandeling en hierin vormt het persoonlijke verhaal (het ‘narratief’) van degene die wordt geholpen de rode draad. Pg 94-95
- Cognitieve therapie Pg 95
- EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) voor acute trauma’s (type 1) van hun emotionele lading worden ontdaan. EMDR wordt steeds vaker ingezet voor bij andere typen trauma, zoals type 2-trauma (chronisch trauma) en type 3-trauma (complex trauma). Pg 96
- EFT (Emotional Freedom Techniques). EFT staat ook bekend als smarttapping of kortweg ‘tappen’. Het is een lichaamsgerichte behandeling waarbij de therapeut ondertussen in gesprek is met de cliënt, terwijl het ‘tappen’ (het kloppen op de meridianen ofwel de acupressuurpunten) de kern van de behandeling vormt. Pg 97
- Ontspanning als toevoeging aan behandeling. De stress die door trauma wordt veroorzaakt, zorgt voor veel fysieke verschijnselen die bestreden kunnen worden met ontspannende lichamelijke activiteiten als wandelen, fietsen of hardlopen, maar ook met mindfulness, meditatie en yoga. Pg 97-99
- Familieopstellingen (bij transgenerationeel trauma). We zijn hiermee op het terrein van het ‘systemisch’ werken beland, een fundamenteel andere benadering dan die van het medische model, dat zich exclusief op het individu zelf richt. Pg 99-100
- Spiritualiteit/energiewerkers. In dit segment bevindt zich van alles en nog wat, van ademwerk en koudetraining tot reïncarnatietherapie en het verdrijven van geesten onder hypnose. Ook het werken met rituelen (van zweethutten tot sjamanen) en het gebruik van plantmedicijnen (van paddo’s tot ayahuasca) zit in deze hoek. Ook in de wereld van de spiritualiteit tref je vakmensen en oplichters. Pg 100-101
- Pillen/medicijnen. Pg 102-105
- Voorgeschreven antidepressiva veranderen niets aan iemands belaste levensgeschiedenis. Aan de oorzaken die hebben bijgedragen aan het ontstaan van iemands psychische klachten veranderen psychofarmaca niets. Een studie in -The Lancet had een kraakheldere conclusie: er is geen objectief aantoonbaar verband tussen depressie en serotonine (pg 110)-.
- Er is ondertussen wel iets heel interessants gaande rond het gebruik van psychedelische middelen bij het doorwerken van traumatische ervaringen en hier wordt momenteel onderzoek naar gedaan (MDMA en ketamine).
- ‘Microdosing’ is in opkomst: de bestanddelen van planten worden verwerkt in capsules, zodat er nauwkeurig en voorzichtig gedoseerd kan worden (psilocybine en caapi).
- Dit werd ontwikkeld in het verlengde van de cognitieve therapie. Naast alle niet geringe voordelendie schematherapie kan bieden, zie ik ook wel een paar minpunten in het toepassingsmodel. Allereerst de indicatiestelling: heb je daadwerkelijk persoonlijkheidsproblematiek of langdurige klachten nodig om in aanmerking te komen voor deze behandeling? Mijn grootste kanttekening bij het theoretische model achter schematherapie betreft het bewustzijn: dat je iets weet, betekent nog niet dat je het voelt. Pg 106-107
H4: Hoe kan het ook?
- Ik herinner me de eerste kennismaking met familieopstellingen: mysterieus en indrukwekkend, het ging mijn verstand te boven wat er gebeurde. Wetenschappelijk is het niet verklaarbaar en ‘dus’ niet toegestaan in het aanbod van de psychiater, oordeelde de nascholingscommissie. Wat een gemiste kans! Pg 118
- Mijn rennen was een vorm van zelfkastijding en een kromme manier om te dealen met de emotionele pijnen die mij parten speelden. Lichamelijke pijn is namelijk niets vergeleken met emotionele pijn, zullen de meeste ervaringsdeskundigen bevestigen. Pg 127
- Als ik liefde voel voor de man of vrouw die mijn hulp inroept dan ben ik op mijn best. En aan het eind van een intensief, intiem en emotioneel gesprek is het zo’n passende afronding om even te ‘huggen’ (‘knuffelen’ vind ik toch een beetje te klef klinken). Ik ervaar het vaak als ontlading na een ingrijpend gesprek. Hoe goed het hardlopen me ook afgaat, theraiegesprekken zijn lichamelijk inspannend en vermoeiend. Toen ik volledig vanuit mijn hoofd werkte vond ik tien cliënten op een dag geen enkel probleem, maar tegenwoordig is drie of vier mensen spreken voor mij al een intense ‘werk’dag. Pg 129-130
- ‘Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.’ Niet-oordelen is het beste dat je beschadigde mensen die hun verhaal komen vertellen kunt bieden. Pg 133
- Zoals de bekendste familieopstellingen-expert van Nederland, Els van Steijn, opmerkte in een podcast met Giel Beelen: je moet accepteren dat er bij een opstelling dingen gebeuren die niet rationeel te verklaren zijn. Pg 137
- Een paar willekeurige tips om oude pijn beter te verdragen (pg 142-143):
- Wees lief voor jezelf.
- Zorg goed voor je geest.
- Stop met pogingen het anderen naar de zin te maken.
- Zoek hulp.
- Zorg goed voor je lichaam, dus niet alleen gezonde lichaamsbeweging maar ook voldoende ontspanning.
- De generatie vóór ons zij de belangrijkste wortel van ons gedrag in het hier en nu. Dat klinkt misschien abstract, maar zelfs de wetenschap vindt steeds meet bewijs: traumatische ervaringen bij ouders kunnen het genetisch materiaal van hun nageslacht veranderen. Deze jonge wetenschappelijke discipline wordt ‘epigenetica’ genoemd. Pg 145
- Om echt te veranderen is de meest kansrijke weg je gedrag te leren zien als uiting van een gevoel, een gevoel dat vaak ook nog eens oud en pijnlijk is. Maar het is een bochtige, lange weg vol kuilen en andere obstakels, die soms door een donker bos voert… Pg 146
H5: Moederband
- ‘Intermittent reinforcement’, zoals het in de psychologie heet, garandeert een permanent onveilig voelen. Partiële bekrachtiging, waarbij je nooit weet wanneer je straf krijgt, is de meest doeltreffende manier om een dier angstig te houden. Pg 151
- ‘Tweedegeneratie-slachtoffer’: dit betreft het kind van een getraumatiseerde ouder dat ook psychische schade van het trauma van de ouder ondervindt. Pg 154
- ‘Transgenerationeel trauma’: de sporen van de geschiedenis van (groot)ouders tekenen hun (klein)kinderen. Wetenschappelijk is zo’n transgenerationeel trauma lastig te bewijzen, zeker als er geen specifiek trauma uit de levensloop van die (groot)ouders bekend is. Pg 154
H6: De rol van seks
- Het verlangen naar liefde kan zo groot zijn dat je jouw eigen seksuele grenzen niet meer goed weet te bewaken. Pg 177
- Nog even voor de jongens: als het meisje met je naar bed wil dan houdt van je, toch? Zelfs bij mannen die zich hebben bezondigd aan seksueel grensoverschrijdend gedrag spookt dit vaak door hun hoofd. Het is absoluut geen rechtvaardiging, integendeel, maar het is wel een deel van de verklaring. Ik vermoed dat veel mensen het misschien niet goed begrijpen, maar zo’n gebrek aan zelfvertrouwen en krakkemikkig zelfbeeld spelen bij mensen die zich bezondigen aan grensoverschrijdend gedrag op de achtergrond vaak een rol. Maar om tot dat inzicht te kunnen komen heb je flink wat psychotherapie nodig, en daar komt het helaas meestal niet van. Pg 178
- Het grensoverschrijdende gedrag van een baas raakt aan het ‘oude zeer’ van veel mensen die voor hem werken. Angstige en al lang bestaande gedachten over zichzelf, die aan de buitenkant meestal niet waarneembaar zijn, worden in zo’n onveilige werkrelatie ‘aan’ gezet: ‘ben ik wel goed genoeg?’, ‘Voor wie doe ik er echt toe?’ of ‘Mag ik er zijn?’. Pg 180
- Als het hem lukt om het trauma (wat Grieks is voor wond) uit zijn jeugd voldoende lucht te geven, kan er nog heel veel herstel plaatsvinden. Als hij in de valkuil trapt om opnieuw te doen alsof het allemaal niet is gebeurd (of wel meeviel) dan wacht hem nog veel pijn. Pg 193
H7: Over familie en vrienden
- Traumatische gebeurtenissen (het voelt nog steeds een beetje overdreven om het zo te noemen) maakten me tot een verongelijkte man die niet of nauwelijks in contact stond met zijn gevoel. Ik was niet aardig voor mezelf en daar past op onverklaarbare wijze bij dat je ook vaak niet aardig gevonden wordt. Pg 207
- Veel kinderen, waaronder ikzelf, worstelen met het gevoel dat er iets heeft ontbroken in hun jeugd. Ook al werd er in praktische zin uitstekend voor ze gezorgd, het was toch niet alles wat het kinderhartje begeerde. De valkuil waar je vervolgens makkelijk inloopt (ik wel tenminste), is dat je gaat geloven dat je ‘gewoon’ wat harder je best moet doen en dat de knuffel uiteindelijk wel komt als jij maar lief genoeg bent. Dat is een misvatting, dat begrijpt iedereen. Maar wel een hardnekkige, want de meeste van deze kinderen blijven hun hele leven zoeken naar een partner die ze deze liefde zonder voorbehoud wél gunt. Die ze vervolgens steeds maar niet vinden, doordat ze steeds uitkomen bij iemand die dit net als de ouders ook niet beheerst. Iemand die ze onbewust misschien juist toch kiezen vanwege de overeenkomsten met de ouder die het ze eerder ook al niet kon geven. Pg 209
- Ieder verhaal is anders en ieder verhaal is persoonlijk. Verantwoordelijkheid nemen voor het verhaal van jezelf is daarom van groot psychologisch belang. Pg 217
- Codependent zijn de partners en familieleden die zich in de directe persoonlijke omgeving van iemand met een verslaving bevinden. Verslaving gaat gepaard met een steeds groter appel op de mensen in de omgeving van de verslaafde om zich op te offeren en de eigen normen, waarden en persoonlijke behoeften ondergeschikt te maken aan die allesvernietigende zélfdestructie van de verslaafde, die daar iedereen in zijn of haar omgeving in meesleurt. Pg 220-221
- ‘Oud zeer’ is vaak de motor achter veel codependent gedrag. Wat voor hulp kunnen we mensen die zichzelf te goed opzij kunnen zetten wél bieden? En psychotherapeut kan denk ik wonderen doen, wanneer deze met onvoorwaardelijke liefde helpt iemands eigen verhaal en de oude pijn beter te leren kennen. Door bij te dragen aan meer zelfliefde, omdat alles begint en eindigt bij jezelf voldoende liefhebben en goed voor jezelf zorgen. Pg 223
- Gedragstherapie bij eetstoornissen heeft naar mijn mening dan ook niet zo veel positief effect, omdat die emoties daarmee vaak niet worden ‘bewerkt’. Het lijkt een beetje op de behandelingen in de verslavingszorg: als je de emoties die worden verdoofd niet anders leert haneteren dan ben je gedoemd om ergens in de toekomst weer terug te vallen in het gebruik van drank en drugs. Pg 232
- Het is mijn persoonlijke overtuiging, en helaas niet wetenschappelijk bewijsbaar, dat ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen een leven ingrijpend kleuren. Ook in positieve zin trouwens. Pg 234
- Vaak wordt er sterk ingezoomd op het aandeel van een van beide ouders, maar meestal heeft de afwezigheid van de andere ouder bij ingrijpende gebeurtenissen een even grote impact. Pg234
- Het verhaal van Saskia ben ik in veel verschillende gedaante tegengekomen. Aan de oppervlakte is er een ‘afwijkende’ manier van omgaan met eten, maar het gaat eigenlijk niet om de eetstoornis maar om een copingstijl waarin oude en pijnlijke emoties achter bepaald gedrag worden verstopt. Wat dat betreft is zo’n verslaving vergelijkbaar met een alcolholverslaving. Pas als de motieven achter zulk gedrag worden opgespoord en opnieuw worden doorleefd kan het symptoomgedrag (het ‘rare eten’ of ‘zuipen’) worden opgegeven. En dan hebben we het bijna zonder uitzondering over het opsporen van ‘oud zeer’, zoals traumatisch ervaren gebeurtenissen uit een ver verleden. Pg 235
H8: Liefdesrelaties
- Maar het is nooit genoeg, want het tekort van vroeger is een bodemloze put: het is als een gat in de fundering dat nooit te herstellen is. We staan niet stevig op onszelf en zijn er ten diepste van overtuigd dat er iemand nodig is om tegenaan te kunnen steunen en op te leunen, omdat we anders zeker omvallen. Pg 244
- Kwetsbaarheid verstopt zich in het lichaam, en wat ervoor zorgt dat deze zich openbaart, weten we vaker niet dan wel. Maar één ding is zeker: de relaties met mensen van wie je houdt zijn een grote uitdaging voor mensen die vanuit een belast verleden een verhoogde kwetsbaarheid hebben. Bindingsangst is hier dan de vermijdende vorm van, het is een soort anticipatieangst: als ik in een relatie stap, kan die dus ook weer uitgaan, en dat trek ik zeker niet. Pg 256
H9: Maar hoe dan wel?
- Mijn therapeute gaf deze week een goede tip: kijk eens goed naar jezelf in de spiegel, praat ook tegen jezelf in de spiegel, praat ook tegen jezelf en kijk wat je ziet en wat er in je gezicht gebeurt: verbind je kortom met jezelf. Dat is natuurlijk niets meer of minder dan jezelf aandacht geven, even niet reageren op anderen en niet schakelen naar de behoeften van de mensen om je heen, hoe belangrijk deze ook voor je zijn. Pg 263
- Post Traumatic Growth Potential: ik vind mezelf goed genoeg en een ander mag van me houden omdat ik genoeg van mezelf houd. In het hier en nu, zonder verleden, maar hopelijk met toekomst. Pg 268
Categorieën:Boeken, leren, spiritualiteit, Transformatie, trauma