Het zit al een tijdje in mijn hoofd: ik wil de Waddeneilanden verkennen. Ik hield deze zomer het weer nauwlettend in de gaten. Maar toen onze geplande zomervakantieweken aanvingen was het weer allesbehalve warm en constant in Nederland. We kozen Corsica als bestemming. Zonder spijt: wat een prachtig (kampeer)eiland!
Eenmaal thuis vroeg ik de kinderen (Mark ging aan het werk) of ze nog met me mee wilden om aansluitend de Nederlandse Waddeneilanden te verkennen. Voor een paar dagen. Maar na 3 weken vakantie wilden zij lekker thuis blijven om af te spreken met vriendinnetjes en om alle oma’s en opa’s weer te zien. Geef ze eens ongelijk. Dus ik ging alleen.
Net als de fietstocht met mezelf in oktober 2015 ging ik ook nu slechts een paar dagen van tevoren aan de slag met de voorbereidingen. Ik wilde aanvankelijk slapen in een tentje (zo’n eenvoudig wegwerptentje die we op Corsica overal zagen) en met mijn eigen fiets gaan. Een bezoekje aan de Decathlon en een fietsenzaak (zo’n wegwerptent past in geen enkele fietstas) hielp me van deze droom af. Een overnachting regelen leek handiger. Ik vond op Terschelling een Stayokay waar ik kon overnachten.
Maar wilde ik wel naar Terschelling? Eigenlijk wilde ik 2 eilanden bezoeken in 3 dagen. Terschelling bleek met Ameland goed te combineren te zijn wat betreft veerdiensten. Maar na een meedenk gesprek met Mark kwam ik tot de conclusie dat 1 eiland wel genoeg zou zijn. Schiermonnikoog was me het meest bijgebleven doordat er (bijna) geen auto’s rijden en de natuur er prachtig schijnt te zijn. Trok me meer aan dan Terschelling. Ook beschikte Schiermonnikoog over vele B&B’s.
Het werd Schiermonnikoog. Eerst met de auto naar Lauwersoog. Met de veerdienst in 45 minuten op Schiermonnikoog. Ik huurde een fiets direct bij aankomst. Ik croste het eiland rond op de fiets, at een salade op het strand bij zonsondergang en verkende mogelijke wandelroutes voor de volgende dag. Vanuit de Grobbeduinen (per fiets nog bereikbaar) ging een wandelpad naar de Willemsduin op de zuidoostkant van het eiland. Van daaruit kon je de Balg bereiken; het uiterste oostpuntje van het eiland. Bij laag water kun je hier zeehondjes zien badderen op de zandbanken tussen Ameland en Schier.
Maar ik wandelde de 2e dag bij hoogwater. En ik had geen verrekijker. Geen zeehondjes gezien dus. Maar wat was het een fantastische wandeling! Door de kwelgebieden naar de baken bij de Willemsduin. Van daaruit dacht ik direct door te kunnen steken naar de Balg. Maar ik stuitte een paar keer op teveel kwel(rivier). Weer terug dus. Uiteindelijk bereikte ik (ruim 3,5 uur verder) de oostelijke zandbank. Met nog 4% batterij op mijn mobiel, een waka waka oplader die me in de steek liet, gestoken door vanalles en nog wat en met 2 enorme blaren op beide hakken ;-((. Gelukkig kon ik rechtstreeks via het strand terugwandelen. Op blote voeten. Moe maar voldaan at ik die avond de lekkerste mosselen uit mijn hele leven.
Het was het dus zeker waard. Nou ja. Ik had na de wandeling direct spierpijn in mijn benen…. Dag 3 moest ik antihistamine halen tegen de allergische reactie op al die bulten op mijn hele lichaam… En ik loop nu nog steeds noodgedwongen op slippers….. Toch kijk ik alweer uit naar een volgende kans om een nieuw Waddeneiland te verkennen. Dit smaakt naar meer.
Categorieën:Blog
En wat is Nederland toch een prachtig vakantieland, zeker met mooi weer! groetjes Agnes